In de aanloop naar het Oekraïne-referendum van 6 april loopt de discussie over Rusland flink op. Hoe je erover denkt, hangt af van de vraag hoe je de figuur van Poetin inschat. Is hij een meedogenloze dictator die alleen uit is op eigenbelang, of zit er meer bij?
Als ik dit Munk Debate in Toronto lees, loopt de discussie in Canada langs dezelfde lijnen als bij ons. Een van de vier deelnemers, Anne Applebaum, gaat trouwens in De Balie met o.m. Thierry Baudet en Robert Kaplan in debat.
Ze is een geduchte gesprekspartner met grote kennis van zaken, maar op haar onafhankelijkheid valt wel wat af te dingen.
Zo woont ze in Polen, omdat ze gehuwd is met de voormalige minister Radosław Sikorski. Dat is geen diskwalificatie, maar ik vind het moeilijk haar felheid daar geheel los van te zien.
Hetzelfde geldt voor oud-schaker Gari Kasparov: een teleurgestelde politicus die het tegen Poetin heeft afgelegd. Ook al zegt hij soms verstandige dingen, je kunt hem moeilijk als onpartijdig opvoeren.
Vladimir Pozner is een speciaal geval. Deze Amerikaans/Russisch/Franse journalist met drie nationaliteiten en een Joods-katholieke achtergrond verhuurde zich al in het Sovjet-tijdperk als spreekbuis van het Kremlin.
Hij speelt het hier klaar om de Sovjetgeschiedenis, inclusief de Stalin-terreur, zo ongeveer voor te stellen als een gevolg van isolatie door het Westen. Alsof het Molotov-Ribbentroppact nooit gesloten zou zijn, als het Westen maar wat opener was geweest. Hij levert toch wel een bijdrage, doordat hij goed aanvoelt en uitlegt hoe op Rusland het inpalmen van Oekraïne door de EU is overgekomen.
Mijn favoriet is de vierde gesprekspartner, de slavist en emeritus-hoogleraar Stephen F. Cohen. Net zo kundig als Applebaum, maar hij staat er vrijer in. Hij laat zien dat het buitenlands beleid van Poetin begrijpelijker wordt, zodra je bereid bent het hele plaatje in ogenschouw te nemen, en daarbij als Westen enige zelfkritiek op te brengen.
En dat alles zonder onder een Poetin-dekbed te slapen of een ziekelijke Russland-Versteher te zijn. Hoe genuanceerd zijn betoog ook is, Cohen veroordeelt het demoniseren van Rusland ronduit als een kortzichtige westerse politiek. Er kan alleen groot onheil uit voortkomen. Hij citeert Kissinger die zegt: “De demonisering van Vladimir Poetin is geen beleid, het is een alibi voor gebrek aan beleid.”
Wat mij betreft, wint Cohen dus samen met Pozner het debat, maar de waarheid gebiedt te zeggen dat in werkelijkheid Applebaum en Kasparov de balans naar hun zijde wisten te laten doorslaan. Zij kregen de meerderheid van het publiek achter zich. Om uw eigen mening te vormen, kan ik u dit boekje echter zeker aanraden.
Moet het Westen de banden aanhalen met Poetins Rusland? Uitg. De Blauwe Tijger, 122 pp., pb., € 17,90, ISBN 978 94 921761 18 5