Uit een grootschalig onderzoek van de universiteit van Leuven naar de geloofsbelevenis van 18- tot 25-jarigen blijkt dat de scheidslijn tussen gelovig en atheïstisch lang niet zo scherp is als je zou denken. Ook komt naar voren dat veel jongeren gelijkheid tussen religies belangrijk vinden.
Onderzoekers van de faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven hebben 1109 studenten en scholieren tussen de 18 en 25 jaar bevraagd over hun persoonlijke geloofsbelevenis. Daarbij onderzochten de wetenschappers niet alleen of de jongeren wel of niet geloven, maar ook op welke manier ze al dan niet gelovig zijn.
Dat zorgde voor een verrassende uitkomst: binnen geloven én niet geloven bestaat een grote diversiteit. “We kwamen uit op zeven subgroepen om hedendaagse jongvolwassenen in te delen”, zegt onderzoeker Didier Pollefeyt tegen het Belgische weekblad Tertio.
Hoewel slechts een kleine minderheid van de Belgische jongeren zichzelf oprecht gelovig noemt, geeft volgens de onderzoekers toch ruim de helft aan in meer of mindere mate ergens in te geloven. “Twintig procent van de jongeren is christelijk zonder praktiserend te zijn”, legt Pollefeyt uit, “en bijna dertig procent is niet gelovig, maar wel gevoelig voor ‘iets hogers’.”
Daarnaast stelden de onderzoekers vast dat een groot deel van de jongeren beslist nergens in gelooft. Twintig procent van de jongeren noemt zichzelf atheïst, maar staat niet negatief tegenover religie. Deze groep gunt anderen hun geloof en is ook geïnteresseerd in nadenken of praten over religie.
Kleiner is de groep atheïstische jongeren die fel tegen religie is. “Godsdienst is in hun ogen een verkeerd of verouderd antwoord op levensvragen”, zegt Pollefeyt. “Zij bestrijden ook het geloof bij anderen en vinden dat religieuze symbolen uit de publieke ruimte moeten worden gebannen. Zo’n scherpe opstelling hadden we in onze onderzoeken nooit eerder zo uitgesproken vastgesteld.”
De kleinste groep, van slechts drie procent, is helemaal niet bezig met geloof of zingeving. Zeven procent van de jongeren konden de onderzoekers in geen enkele groep plaatsen.
De onderzoekers gaven de zes categorieën gelovige en niet-gelovige jongeren elk een ludieke naam:
Ook hebben de onderzoekers de jongeren op de geloofsschaal gelegd. Deze schaal onderscheidt vier verschillende vormen van hoe mensen met geloof omgaan. Bij letterlijk geloof vertrouwen mensen blindelings op tradities en Kerken; bij externe kritiek verwerpen mensen godsdienst juist. Dan is er ook nog post-kritisch geloof, waarbij geloof gepaard gaat met een kritische houding ten opzichte van de traditie. Ten slotte is er nog relativisme, een houding die stelt dat alle ideeën over levensbeschouwing gelijkwaardig zijn.
Relativisme is de houding die de onderzoekers veruit het meest aantroffen bij de jongeren. “De meerderheid staat principieel tolerant tegenover levensbeschouwingen. Ze staan ervoor open, maar ze identificeren zichzelf niet met een specifieke religie”, aldus Pollefeyt.
Voor de meeste jongeren is gelijkheid op grond van geloof dus het belangrijkst: alle geloven en overtuigingen zijn volgens hen gelijk, concludeert het onderzoek. “We kunnen besluiten dat bij jongvolwassenen de pluralistische samenleving wordt gerespecteerd en dialoog op grond van gelijkheid gewaardeerd wordt”, zegt Pollefeyt.
Bronnen: Tertio en Katholieke Universiteit Leuven
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.