De Venezolaanse president Nicolas Maduro en oppositieleider Juan Guaidó sloten vorige week een overeenkomst om het coronavirus in het land te bestrijden. Volgens kardinaal Jorge Urosa is het maar de vraag of het akkoord op transparante wijze tot stand is gekomen.
Het virus brengt volgens waarnemers het land ernstige schade toe, omdat het al met een niet goed functionerend gezondheidssysteem kampte. Daarnaast kampt Venezuela met tekorten bij overheidsdiensten, 63% van het elektriciteitsnetwerk vertoont gebreken, 56% van de Venezolanen heeft geen toegang tot brandstof, het drinkwater is aangetast, er is schaarste aan medicijnen en de koopkracht neemt af.
Het akkoord werd door sommigen geprezen als de eerste stap in jaren naar samenwerking tussen politieke rivalen. Veel inwoners van Venezuela zijn daar echter niet mee eens.
“De overeenkomst is betekenisloos”, zei kardinaal Jorge Urosa afgelopen weekend in gesprek met Crux.
Volgens de emeritus aartsbisschop van Caracas werd de overeenkomst niet gesloten tussen de twee leiders. Voor de oppositie tekende een arts die de Nationale Vergadering adviseert over gezondheidskwesties. Het akkoord is volgens Urosa alleen bedoeld om te proberen het aantal coronadoden in Venezuela lager te doen lijken.
Urosa heeft technisch gezien gelijk: op 1 juni 2020 ondertekenden de Venezolaanse minister van Volksgezondheid, Carlos Alvarado, en de gezondheidsadviseur van de Nationale Vergadering, Julio Castro, de overeenkomst.
Het doel ervan is om de inspanningen te coördineren om internationale financiering te verkrijgen. Daarmee moet Venezuela meer slagkracht krijgen om te reageren op de pandemie.
De overeenkomst kreeg naar verluidt steun van Jorge Rodríguez, vicepresident voor communicatie, toerisme en cultuur van Venezuela, en ook van Juan Guaidó, de oppositieleider die beweert de rechtmatige president van het land te zijn. De twee mannen hebben de overeenkomst echter niet ondertekend.
De overeenkomst stelt onder meer de Verenigde Naties in staat voedsel te verdelen in wat ooit een land met grote olie-inkomsten was. Tegenwoordig importeert Venezuela echter olie uit Iran.
Sommige waarnemers beweren dat Venezolanen hun geduld hebben verloren, door het gebrek aan vooruitgang bij het vinden van een politieke oplossing tussen Maduro en de oppositie.
Maar volgens Urosa is er weinig hoop dat de overeenkomst vervolgens zal leiden tot meer humanitaire hulp en een aanleiding zou creëren voor onderhandelingen over een politieke oplossing.
“Er is geen politieke overeenstemming”, zei Urosa. “Bovendien is de regering Guaidó blijven lastigvallen. De mensen om hem heen en zijn adviseurs zijn op verschillende manieren aangevallen.”
Volgens de Wereldbank leeft nu 87 procent van de bevolking van Venezuela onder de armoedegrens. De Kerk speelt, met name via haar liefdadigheidsorganisatie Caritas, een sleutelrol bij het verlenen van humanitaire hulp.
Medewerkers van de Caritas vertelden Crux in het verleden echter dat deze inspanningen niet voldoende zijn om in de grote behoefte aan hulp te voorzien.