De strijd in de Syrische provincie Idlib leidt tot een humanitaire ramp – onder meer ook voor de christenen, die van verschillende kanten op de korrel worden genomen.
De katholieke patriarchen van het Midden-Oosten werden op 8 februari door paus Franciscus in het Vaticaan ontvangen. Ze brachten een alarmerende boodschap, namelijk dat niets minder dan het overleven van de christenen in de Arabische wereld momenteel op het spel staat.
Ze lijden onder religieuze vervolging, extremisme en economische onzekerheid, wat hen steeds vaker tot emigratie naar het Westen drijft.
Vooral de situatie in Syrië stond hoog op de agenda, het land waarvan de paus volgens de Syrisch-katholieke patriarch Joseph III Younan zei dat het “altijd in zijn hart en geest aanwezig was”.
Tot voor kort stond vooral het deel van Syrië ten oosten van de Eufraat in de internationale belangstelling. Dit gebied werd gedomineerd door de Syrische Koerden, die zich er verbonden hadden met Amerikaanse militairen.
Turkije begon hier vorig jaar een militair offensief met de ironische codenaam ‘Lentevrede’. De inval bracht echter eerder chaos dan vrede, wat slapende cellen van Islamitische Staat (IS) de kans gaf weer bovengronds actief te worden.
France 24 berichtte onlangs over de desastreuze gevolgen die dit alles had voor de christenen die er nog woonden. Er was een nieuwe uittocht op gang gekomen, terwijl de achterblijvers zich gedwongen zagen om ter zelfverdediging gewapende milities te vormen.
In de afgelopen weken verplaatste de strijd zich naar West-Syrië, met als brandpunt de provincie Idlib. Met ‘Groter Idlib’ wordt een gebied aangeduid van Aleppo in het westen, tot het noorden van de provincie Hama.
De apostolisch vicaris van Aleppo, mgr. Georges Abou Khazen, zei onlangs dat de christenen in zijn bisdom “uitgeput” zijn.
Hij wees erop dat al vroeg in de Syrische burgeroorlog “het mausoleum voor de slachtoffers van de Turkse genocide (begin twintigste eeuw, mj) werd opgeblazen”.
Ook zei hij dat de christenen in deze regio zich in het vizier bevinden van “het Turkse leger en de jihadisten en anti-Assad-milities” en daarom op de vlucht zijn geslagen. “Het offensief van Ankara heeft tot grotere instabiliteit geleid.”
Turkije heeft in Noord-Syrië een eigen Nationaal Syrisch Leger (NSL) gecreëerd, en de vraag lijkt gerechtvaardigd naar de samenstelling ervan. De gruweldaden van IS zijn goed gedocumenteerd, evenals de ideologie die IS hiertoe dreef. Het Turkse NSL, gevormd uit een aantal gewapende milities, vertoont vaak grote gelijkenissen met die terreurgroep.
William Roebuck, een hoge Amerikaanse diplomaat die nauw betrokken is bij de anti-IS-coalitie, schreef vorig jaar een intern memorandum. Daarin staat dat “de Turkse militaire operatie in noordelijk Syrië wordt uitgevoerd door islamitische groeperingen die door Ankara worden gefinancierd. De hele operatie kan slechts beschreven worden als een etnische zuivering en een opeenstapeling van oorlogsmisdaden”.
Het Amerikaanse CBN News schreef daarom dat “de bakermat van het christendom” op het van ineenstorten stond omdat Turkije het noorden van Syrië had veranderd “in een death zone”.
Het beleid van de Turkse president Erdogan in Syrië is ook in zijn eigen land trouwens niet onomstreden. Op 3 februari sneuvelden acht Turkse soldaten in een gevecht met Syrische leger in Idlib.
De Turkse columnist Mehmet Yilmaz schreef hierop een bijtend artikel waarin hij zich afvroeg of het Turkijes taak was “om jihadistische terroristen te beschermen”. Hij benadrukte dat Idlib was veranderd in een vergaarbak van jihadisten.
Yilmaz wees ook op een eigenaardige tegenstelling in het Turkse beleid in noordelijk Syrië. Ankara vreest vooral dat de bijna vier miljoen inwoners van de provincie Idlib hun toevlucht zullen zoeken in Turkije. De enige mogelijkheid om dit te voorkomen, is het beëindigen van de oorlog in Syrië maar Erdogan doet precies het tegenovergestelde.
De genoemde confrontatie tussen Syrië en Turkije bracht ook de Russische president Poetin in een lastig parket.
Rusland was de belangrijkste bondgenoot van de Syrische president Assad en sinds 2015 is het Russische leger direct betrokken bij de oorlog in Syrië.
Tegelijk slaagde Poetin er echter ook in om de Turkse president aan zich te binden – diezelfde president die het regime in Damascus omver wilde werpen.
Als een volleerde jongleur was Poetin erin geslaagd om beide ballen in de lucht te houden, maar dit lijkt niet langer meer mogelijk.
Na de dood van de Turkse militairen schreeuwde Erdogan moord en brand en begon de Turkse luchtmacht in noordelijk Syrië te bombarderen. Daarbij kwamen enkele Russische ‘adviseurs’ om, wat het Russische draaiboek in Syrië veranderde.
Het Syrische leger begon tien maanden geleden aan de herovering van Idlib, maar Turkije gebruikte het bondgenootschap met Rusland om die opmars af te remmen.
In Sotsji was in september 2018 immers afgesproken dat Turkije zich garant zou stellen voor een wapenstilstand in Idlib. Erdogan gebruikte dat akkoord om in Idlib twaalf Turkse militaire posten op te richten, die feitelijk de gewapende milities daar moesten beschermen tegen het Syrische leger. Poetin ging hier schoorvoetend mee akkoord – tot de Russische militairen omkwamen.
Het Syrische leger zei onlangs dat het al zeshonderd vierkante kilometer in Idlib had terugveroverd op de gewapende oppositie. Dat zou zonder groen licht uit Moskou onmogelijk zijn geweest.
Op 6 februari veroverde het de strategisch belangrijke stad Saraqib. Volgens de laatste berichten heeft het Syrische leger momenteel vijf Turkse militaire posten in Idlib omsingeld. Intussen zijn al zevenhonderdduizend inwoners van Idlib op de vlucht geslagen richting de Turkse grens.
Het Westen heeft hierin de zijde van Turkije gekozen en veroordeelde de aanvallen van het Syrische leger op onschuldige burgers.
Volgens de ngo International Crisis Group betreft het echter niet louter burgers, maar ook jihadisten. De groep vroeg om een onmiddellijke wapenstilstand in Idlib om te voorkomen dat die laatsten zich over de wereld zouden verspreiden.
Hun eerste halte zou in dat geval Turkije zijn, dat alle reden heeft om voor dit scenario te vrezen. Het is niet moeilijk voor te stellen dat de jihadisten zich door Turkije in de steek gelaten voelen, en hiervoor wraak willen nemen.