Kardinaal Pietro Parolin bezocht afgelopen week namens paus Franciscus het getroffen Beiroet. Hij wilde een boodschap van hoop aan Libanon geven: “Jullie zijn niet alleen. De hele wereld ondersteunt jullie.”
Het bezoek van de ‘tweede man van het Vaticaan’ op 3 en 4 september viel samen met de door paus uitgeroepen dag van vasten en gebed voor Libanon op 4 september.
De bevolking van Libanon was al uitgeput door de ineengestorte economie en is getraumatiseerd door de ramp, waarbij 2750 ton ammoniumnitraat ontplofte die in de haven lag opgeslagen. Minstens 190 mensen kwamen om, duizenden mensen raakten gewond en meer dan 300.000 mensen werden dakloos.
Parolin sprak op een bijeenkomst in de St.-Joriskathedraal waar verschillende kerkelijke leiders samen kwamen, evenals vertegenwoordigers van de soennitische en sjiitische moslims en de Druzen. Tevens waren humanitaire organisaties zoals het Rode Kruis aanwezig.
Parolin herhaalde verschillende malen tijdens zijn bezoek: “Jullie zijn niet alleen.” Hij bad om kracht voor de mensen die de taak op zich nemen om de stad te herbouwen.
De maronitische aartsbisschop Paul Abdel Sater van Beiroet, die kardinaal Parolin verwelkomde in de kathedraal, merkte over de religieuzen uit Beiroet op dat ze te midden van de verwoesting in hun kerken “op straat zijn geweest met hun mensen, hen medisch behandelden en troostten, schoppen, hamers en zagen oppakten om te repareren wat gerepareerd kan worden. Zij droegen het kruis met de gewonden en de doden, die zij begeleidden naar hun laatste rustplaats”.
Na een ontmoeting op 4 september met de Libanese president Michel Aoun, een maronitische katholiek, verklaarde kardinaal Parolin dat hij de president vertelde dat “de Heilige Stoel veel belang hecht aan Libanon” en dat “Libanon niet alleen is, en dat er internationale steun is voor de wederopbouw van Beiroet na de explosie”.
De kardinaal bezocht tevens verwoeste wijken en het hoofdkwartier van de maronitische Kerk in Bkerke, ten noorden van Beiroet.
De kardinaal benadrukte dat alle religieuze leiders “een primaire missie hebben om hoop te geven aan een getroffen bevolking. Laten we elkaar helpen om onze missie te volbrengen”.
