Het Franse aartsbisdom Rouen heeft het diocesaan onderzoek naar de zaligverklaring van de vermoorde priester Jacques Hamel afgerond. Het dossier wordt nu naar de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen gestuurd.

Jacques Hamel werd op 26 juli 2016 vermoord terwijl hij de Mis vierde in een kerk in Saint-Etienne-du-Rouvray. Twee mannen bestormden de kerk en namen verschillende van de aanwezigen in gijzeling. Ze sneden de keel van de 85-jarige priester door en verwondden een andere parochiaan ernstig. De gijzelneming eindigde met het doodschieten van de twee vermoedelijke moslimextremisten door de Franse politie.

66 getuigen gehoord

Een formeel zalig- en heiligverklaringsproces kan traditioneel niet eerder dan vijf jaar na de dood van de kandidaat beginnen. Paus Franciscus week in dit geval echter van die regel af en gaf toestemming voor het eerder openen van Hamels proces.

Een heiligverklaringsproces omvat onder meer het verzamelen van de geschriften van de kandidaat. Ook worden verklaringen onder ede bijeengebracht over het leven en de heiligheid van de betreffende persoon. In het geval van Hamel zijn 66 getuigen gehoord, onder wie vijf ooggetuigen van de moord op de priester. Het dossier zal nu beoordeeld gaan worden door de Vaticaanse Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen.

Paus Franciscus heeft bij verschillende gelegenheden de heiligheid van Jacques Hamel erkend. Ook heeft hij Hamel een voorbeeld genoemd van een moedig mens die heel zijn priesterleven zijn leven voor anderen heeft gegeven.

Paus vierde requiemmis voor Jacques Hamel

Enkele maanden na de moord op Hamel, vierde de paus een requimmis voor hem in de kapel van Santa Marta. Daarbij waren aartsbisschop Dominique Lebrun van Rouen, Hamels zus Roselyne en tachtig pelgrims uit het aartsbisdom Rouen aanwezig.

Bij die gelegenheid gebeurde er nog iets bijzonders. Mgr. Lebrun had een foto van Hamel meegenomen en vroeg de paus om die te tekenen, en een korte boodschap te schrijven voor de drie zusters die de moord op Hamel meemaakten. In plaats daarvan echter zei de paus “mij onmiddellijk om de foto op het altaar te plaatsen”, aldus de aartsbisschop.

“Aan het eind van de Mis, toen hij iedereen begroette, tekende hij die en zei me: ‘Je kunt deze foto in de kerk zetten, want hij is nu ‘zalig’, en als iemand je zegt dat je dat niet kunt doen, zeg ze dan dat de paus je toestemming heeft gegeven.”