Meer nationale coördinatie en een grotere betrokkenheid van slachtoffers zelf: dat zijn speerpunten van een nieuw beleidsplan voor misbruikaanpak dat de Belgische bisschoppenconferentie onlangs heeft voorgesteld. “Het signaal dat door slachtoffers heel nadrukkelijk werd afgegeven was: neem ons mee, beschouw ons niet als tegenstander, maar als tochtgenoot.”
Het was bij voorbaat een beladen bijeenkomst: in Brussel werd op zaterdag 7 december een presentatie gehouden van het aangescherpte (concept)beleidsplan van de Belgische bisschoppen inzake seksueel misbruik. Daarvoor waren heel nadrukkelijk slachtoffers van seksueel misbruik binnen de Kerk uitgenodigd; hen werd ook om reacties gevraagd, zodat het plan nog verder aangescherpt kan worden.
In grote lijnen voorziet het beleidsplan in een nieuwe structuur van hulpverlening, pastorale begeleiding en preventie van misbruik. Daartoe wordt een nationale coördinator aangesteld – de vacature is inmiddels uitgezet – die het beleidsplan uit moet voeren en leiding zal geven aan een netwerk van regionale coördinatoren namens bisdommen en religieuze congregaties.
De nationale coördinator zal bijgestaan worden door een nationale commissie van deskundigen en een adviesraad van misbruikslachtoffers.
Waarom waren deze ‘aanscherpingen’ van het Belgisch misbruikbeleid nodig? “Allereerst moeten we natuurlijk altijd alert zijn op evoluties”, zegt Geert De Kerpel, woordvoerder van de Belgische bisschoppenconferentie. “We leren steeds weer nieuwe gevoeligheden kennen”, niet in de laatste plaats dankzij ontmoetingen met slachtoffers zoals voor en tijdens het bezoek van paus Franciscus aan België eerder dit jaar.
De Kerpel wijst daarnaast op de impact van de documentaire Godvergeten in september 2023. Behalve tot een storm van publieke verontwaardiging leidde die reeks tv-uitzendingen tot twee parlementaire onderzoeken naar seksueel misbruik in de Belgische Kerk. “Hun eindrapporten nemen we ook heel ernstig, en zijn dit aangescherpte plan meegenomen.”
Ook werd er een enquête gehouden onder slachtoffers gehouden door Dignity – een kerkelijke stichting die namens de bisschoppenconferentie als centraal aanspreekpunt functioneert voor slachtoffers. Dat was geen sinecure, legt De Kerpel uit, omdat de Kerk geen centrale database heeft van slachtoffers, en men vanwege de privacygevoeligheid ook niet lukraak mensen kan gaan aanschrijven.
“Dit onderzoek biedt instrumenten om de verwachtingen, noden en ervaringen van misbruikslachtoffers met de klachtafhandeling in kaart te brengen”
Uiteindelijk reageerden 97 slachtoffers op de online enquête, waarin hen gevraagd werd naar hun ervaringen met het melden van wat hen overkomen is. De resultaten ervan werden geanalyseerd door de Research Group for Safeguarding in the Church (RGSC), een onafhankelijk onderzoeksinstituut van de KU Leuven. Op de bijeenkomst op 7 december in Brussel werden ook de bevindingen hiervan gepresenteerd door professor Wim Vandewiele, coördinator van de RGSC.
Een kritische vraag die hem daar ook direct voor de voeten geworpen werd, was: hoe representatief en wetenschappelijk verantwoord is een enquête met slechts een tiental vragen die maar door 97 mensen (soms zelfs maar gedeeltelijk) zijn ingevuld? “Het antwoord op die vraag is eenvoudig: niet”, reageert Vandewiele nuchter.
“Maar de vraag is of we dat überhaupt ooit representatief gaan krijgen. Hebben wij de populatie die het betreft wel voldoende in beeld? Hadden we de enquête als universiteit zelf opgezet, dan hadden we de methodiek en vraagstelling nog kritisch tegen het licht gehouden, het onderzoek langs een ethische commissie gevoerd, enzovoort. Nu hebben wij als KU Leuven simpelweg een analyse uitgevoerd op door derden aangeleverde data, en we kunnen en willen niet pretenderen dat deze resultaten representatief en wetenschappelijk zijn.”
“Maar anderzijds wil ik het toch graag wat positiever bekijken”, gaat Vandewiele verder. “Liefst 97 mensen hebben de moeite genomen om hun unieke ervaringen over hun persoonlijke trauma te delen in dit onderzoek.”
“Dat is niet niks, en het levert de Kerk wel degelijk een schat aan informatie op waar men echt iets mee kan. Dit onderzoek biedt instrumenten om de verwachtingen, noden en ervaringen van misbruikslachtoffers met de klachtafhandeling in kaart te brengen.”
En wat dat betreft signaleert het onderzoek een opvallende verbetering in de ervaring van slachtoffers in recente jaren.
Vandewiele schetst in zijn analyse ruwweg drie tijdvakken waarin verschillende instanties verantwoordelijk waren voor misbruikklachten in de Kerk: de periode tussen 2000 en 2012, toen er in België diverse kerkelijke en parlementaire commissies onderzoek deden naar de kwestie; vervolgens de periode tussen 2012 en 2020, toen de meldingen via tien regionale opvangpunten verliepen, en tot slot de periode van 2021 tot heden, toen er een centraal meldpunt was gerealiseerd.
In totaal gaf 54% van de respondenten aan de klachtafwikkeling en opvang als positief te hebben ervaren. En die positieve beoordeling is vrijwel geheel op conto te schrijven van melders in het meest recente tijdvak. Een meerderheid van de mensen die vóór 2021 misbruik meldden, oordeelde juist negatief of zelfs zeer negatief over de procedure.
“De Kerk behandelt een misbruikslachtoffer niet meer als een ‘probleem’, maar als een mens, als een persoon die gewond is”
Hoe is die verbetering te verklaren? Vandewiele: “Voor zover ik dat kan beoordelen ligt dat op de eerste plaats aan de centralisatie. Het wordt door slachtoffers positief gewaardeerd dat er één centraal meldpunt kwam, dat één lijn trok, met heldere, uniforme protocollen.”
“Ten tweede is de Kerk natuurlijk ook een lerende gemeenschap. Er is de voorbije jaren veel gesproken met en geluisterd naar slachtoffers, en daar heeft men echt van geleerd. Men behandelt een misbruikslachtoffer niet meer, zoals vroeger wel gebeurde, als een ‘probleem’, maar als een mens, als een persoon die gewond is.”
“Men besefte: niemand dient voor z’n plezier een klacht in, daarvoor moet je echt een drempel over, dus deze mensen verdienen hoe dan ook een empathische benadering. Dat horen we ook terug bij slachtoffers: die zijn vooral zo positief over het feit dat er oprecht geluisterd werd, en dat hun verhaal geloofd werd.”
Maar nog steeds is er geen reden voor borstklopperij: er is volgens Vandewiele nog veel ruimte voor verbetering.
“De Kerk zit in een leerproces, en dit is nog maar het begin. Men moet nog beter om leren gaan met mensen die een trauma hebben ervaren. En daarbij vooral beseffen dat het niet iets is dat je met één gesprek, excuses en een schadevergoeding hebt opgelost. Een trauma draag je levenslang met je mee. Dat zeggen slachtoffers ook: hou contact met ons, blijf in gesprek, wij zijn de ervaringsdeskundigen.”
Bij de presentatie van de analyse en het beleidsplan in Brussel op 7 december viel dat geluid ook te beluisteren, vertelt Vandewiele. “De slachtoffers die daar in de zaal zaten – dat waren er ruim vijftig – waren weliswaar zeer kritisch, maar toch ook opvallend sereen en constructief. Dat trof me echt, want dat had ook heel anders kunnen zijn.”
“Misbruik gaat de hele kerkgemeenschap aan”
Ook woordvoerder Geert De Kerpel ervoer die constructieve sfeer. “Er kwamen veel reacties, en ondanks de scepsis die er uiteraard ook was, heb ik wederzijds een uitgestoken hand ervaren. Het signaal dat door slachtoffers heel nadrukkelijk werd afgegeven was: neem ons mee, beschouw ons niet als tegenstander, maar als tochtgenoot.”
Tijdens de bijeenkomst werden suggesties gedaan, waarvan de bisschoppenconferentie “de haalbaarheid nog moet onderzoeken”, aldus De Kerpel. De belangrijkste daarvan betreft een tegemoetkoming in de kosten van psychologische hulp voor slachtoffers. In België is iedereen weliswaar verplicht verzekerd voor ziektekosten, maar men betaalt wel een eigen bijdrage voor een behandeling – ‘remgeld’ geheten.
Bij het laatste parlementaire onderzoek naar misbruik werd de overheid geadviseerd om een regeling in te voeren die de Kerk zou verplichten om dit remgeld te vergoeden. De bisschoppen zijn hiertoe in principe ook bereid, het enige probleem is: de Belgen hebben na de verkiezingen in juni dit jaar nog altijd geen federale regering om de regeling door te voeren.
Begin november schreven de bisschoppen nog een brief aan de regeringsformateur om de beoogde maatregel onder de aandacht te brengen, vertelt De Kerpel, maar men wacht nog steeds op witte rook uit de Brusselse Wetstraat.
Maar slachtoffers zeggen nu: waarom wachten op een nieuwe regering? De Kerk kan toch alvast uit eigen beweging het remgeld gaan vergoeden? Dit pleidooi wordt momenteel door de bisschoppenconferentie serieus in overweging genomen, aldus de woordvoerder, “maar vraagt wel om zorgvuldigheid”.
Onderzoeker Wim Vandewiele zegt dat hij het aangescherpte beleidsplan “een goede eerste stap” vindt, maar voegt eraan toe dat hij “als wetenschapper” ook vraagtekens heeft: “Wat zijn nou eigenlijk de strategische doelen van dit beleid, hoe wil men het effect ervan gaan meten?”
“Ik vind het een goede zaak dat er een nationale coördinator komt en dat er ook bij de bisdommen zelf mensen voor worden vrijgesteld. Maar ik hoop dat zij wel voldoende vrijheid krijgen om het beleid handen en voeten te geven. Daarvoor moet toch nog meer water door de spreekwoordelijke Schelde stromen.”
Hij pleit voor een meer integrale benadering van het probleem. “We zijn zo geneigd om in hokjes te denken: dader, slachtoffer, omstander. Vaak richt beleid zich dan op één van die categorieën. Uiteindelijk denk ik dat die benadering niet werkt.”
“Misbruik gaat de hele kerkgemeenschap aan. We kunnen dit nooit helemaal uitroeien; waar machtsrelaties bestaan, bestaat misbruik. Maar door het als gemeenschappelijk probleem bespreekbaar te maken, hoe ongemakkelijk dat ook is, kunnen we wel echt stappen zetten in de preventie en aanpak.”
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.