Coronacrisis, lockdown, avondklok en nu ook nog Koning Winter die zijn intrede doet: kunnen de hulporganisaties in ons land de daklozen nog wel bieden wat ze nodig hebben in deze tijd? Een rondgang.
De opvangcapaciteit is op orde, zegt persvoorlichter Menno de Boer van het Leger des Heils. De extra aandacht voor dak- en thuislozenopvang vorig jaar heeft er volgens hem samen met de coronacrisis voor gezorgd dat alle mensen onderdak kunnen vinden.
Esmé Wiegman, directrice van Valente (branchevereniging voor
participatie, begeleiding en veilige opvang), beaamt dit. “Vanwege de social distancing, de lockdown en de avondklok hebben veel gemeenten en hulporganisaties extra opvanglocaties geregeld. Sporthallen, kerken, hotels, het Rotterdamse poppodium Maassilo, overal zijn extra plekken gecreëerd voor de opvang van daklozen.”
De winterregeling verschilt per gemeente, maar in heel Nederland is er voor alle daklozen ’s nachts een slaapplek en overdag een plaats om zich op te warmen. Dit geldt ook voor mensen zonder identiteitsbewijs.
Hoe coronaproof dit allemaal is, valt niet goed te zeggen. “Er zijn altijd risico’s bij grote hallen waarin veel mensen slapen. Maar, de bedden staan ver uit elkaar”, vertelt Wiegman.
De Missionarissen van Naastenliefde (‘zusters van Moeder Teresa’) in Amsterdam vertellen dat ze vijf dagen in de week warm eten buiten moeten uitdelen. De sneeuw en de vrieskou hielden de daklozen de afgelopen dagen echter niet tegen om in de rij te staan voor een warme hap. Dagelijks zijn dat zo’n tweehonderd maaltijden. En ja, regelmatig moeten daklozen eraan herinnerd worden dat ze afstand moeten houden en hun mondkapje moeten dragen, vertellen ze.
Bij Sant’ Egidio in Amsterdam is er volgens Corine van de Loos niet veel veranderd. “Wij blijven doen wat we altijd doen,” vertelt ze. “Ons daklozenrestaurant, de Franciscustafel, is iedere dinsdag nog gewoon open en de mensen mogen er binnen zitten.”
Ze zegt blij te zijn met de 24-uursregeling die in de grote steden geldt voor de daklozen. Deze regeling maakt het mogelijk dat daklozen een etmaal in de opvang mogen blijven, en niet acht kilometer door de kou hoeven lopen om van de dag- naar de nachtopvang te komen.
Bij de winterregeling verplichten veel gemeenten de daklozen om naar de nachtopvang te gaan. De ene gemeente hanteert lichte dwang bij vijf graden vorst, de andere bij tien. Zogenaamde Outreach Teams gaan dan de straat op om de achtergebleven daklozen naar binnen te halen.
Lucy Geertman, straatpastor bij Het Kruispunt in Nijmegen, vertelt dat er afgelopen weekend nog een dakloze uit zijn tentje in de Ooijpolder moest worden gehaald.
“Sommige zorgmijders willen niet naar binnen. Misschien begrijp ik het ook wel. Met vreemden in een grote slaapzaal is niet voor iedereen aantrekkelijk. Ze begrijpen soms ook de consequenties niet. Vaak vallen ze in slaap van de alcohol of drugs en worden midden in de nacht bevroren wakker. Dat willen we natuurlijk voorkomen.”
Geertman is blij met de containerwoningen die de gemeente Nijmegen heeft geregeld. “Soms denk ik dat de enige die van de coronacrisis lijken te profiteren, de daklozen zijn.”
Ze maakt zich vooral zorgen om de eenzaamheid onder de thuislozen. Dit zijn voormalig daklozen die via een lang traject een zelfstandige woonruimte hebben toegewezen gekregen. Vaak ontbreekt het deze mensen aan contact met familie, vrienden of collega’s.
Geertman doet haar uiterste best om iedereen te blijven ontmoeten en in het vizier te houden. Ze deelt voor de Titus Brandsmakapel koffie en soep uit en gaat vervolgens met haar koffiekarretje de straat op, op zoek naar anderen.
Door de sneeuw en het openbaar vervoer dat stillag, kon ze de afgelopen dagen niet op pad. Geen punt voor Geertman: een telefoongesprek diende als contactmoment met de dak- en thuislozen.
De daklozenopvang in Nederland lijkt dus goed op orde. Deels is de extra opvang gefinancierd uit de ‘coronapot’. Maar al eerder is een en ander in gang gezet.
Zo stelde staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid vorig jaar tweehonderd miljoen euro beschikbaar voor de aanpak van dakloosheid. Het Leger des Heils is hier blij mee. “Niemand kiest er uiteindelijk voor om dakloos te zijn”, zegt woordvoerder De Boer: vaak is het een gevolg van omstandigheden dat ze op straat belanden. “Mensen zijn teleurgesteld door de samenleving en in hun contact met mensen.”
Deze mensen hebben recht op een plek om beschermd en begeleid te wonen, vervolgt hij. “Mensen kunnen beter opereren vanuit een rustige en warme omgeving. Het is zoals de rustmodus die wij ervaren als we thuiskomen.”