Het Vaticaan heeft nieuwe normen gepubliceerd om vermeende bovennatuurlijke fenomenen te beoordelen, zoals Mariaverschijningen en mystieke visioenen. De Kerk wordt nog terughoudender om dergelijke fenomenen als ‘waar’ of ‘geloofwaardig’ te bestempelen, maar geeft hooguit nog groen licht voor devotie.
De nieuwe normen stroomlijnen het onderscheidingsproces voor bisschoppen, stellen het Vaticaan in staat om geen definitief oordeel te vellen over de authenticiteit van de gebeurtenissen en bevestigen opnieuw dat katholieken niet verplicht zijn om in de vermeende fenomenen te geloven.
In het document dat 17 mei werd vrijgegeven, zet kardinaal Víctor Manuel Fernández, prefect van het Dicasterie voor de Geloofsleer, zes mogelijke conclusies uiteen die kunnen worden bereikt bij het onderscheiden van een mogelijk bovennatuurlijk fenomeen, variërend van een verklaring dat een gebeurtenis niet van bovennatuurlijke oorsprong is tot het toestaan en bevorderen van de devotie in verband met een fenomeen zonder de goddelijke aard ervan te bevestigen.
De belangrijke ontwikkeling in de tekst, ondertekend door paus Franciscus, is dat “in de regel noch de diocesane bisschop, noch de bisschoppenconferenties, noch het dicasterie zullen verklaren dat deze fenomenen van bovennatuurlijke oorsprong zijn”, hoewel “de Heilige Vader een speciale procedure daartoe kan toestaan”.
In plaats daarvan worden verklaringen van bovennatuurlijke authenticiteit “vervangen door een ‘nihil obstat’” – een oordeel dat ‘geen bezwaar’ betekent en dat geen problematische elementen vindt in een gemeld fenomeen.
(Tip: klik op het icoontje rechtsonder om de infographic op volledig scherm te bekijken)
Als zo’n nihil obstat wordt uitgevaardigd, “wordt de diocesane bisschop aangemoedigd om de pastorale waarde van dit spirituele voorstel te waarderen en zelfs om de verspreiding ervan te bevorderen, eventueel door pelgrimstochten naar een heilige plaats”, maar “zonder enige zekerheid uit te spreken over de bovennatuurlijke authenticiteit van het fenomeen zelf”, aldus de richtlijnen.
Andere conclusies kunnen de bisschoppen verplichten gebeurtenissen met positieve aspecten maar ook tekenen van verwarring nader te onderzoeken; direct op te treden tegen mensen die een fenomeen misbruiken voor persoonlijk gewin; publiekelijk het aanhangen van een fenomeen te verbieden dat geacht wordt ernstige risico’s te hebben; of te verklaren dat een fenomeen beslist niet bovennatuurlijk is op basis van concrete bewijzen of bewijzen dat het fenomeen vals was.
Kardinaal Fernández benadrukt dat ook een nihil obstat nooit kan betekenen dat gelovigen verplicht zijn om geloof te hechten aan een verschijning. Hij citeert paus Benedictus XVI en schrijft dat een nihil obstat de gelovigen toestaat om bepaalde fenomenen “op een voorzichtige manier” te geloven, maar dat hun devotie “niet verplicht is”.
Het document legt verder uit dat de procedures voor het onderscheiden van vermeende bovennatuurlijke fenomenen die eerder werden gevolgd, werden goedgekeurd door paus Paulus VI in 1978, meer dan vier decennia geleden, en vertrouwelijk bleven totdat ze officieel werden gepubliceerd in 2011.
Maar sinds deze normen in praktijk werden gebracht, “werd het duidelijk dat beslissingen buitensporig lang op zich lieten wachten, soms tientallen jaren”, aldus het rapport, dat opmerkte dat “sinds 1950 niet meer dan zes gevallen officieel zijn opgelost”, terwijl er wel volop verschijningen zijn waar mensen geloof aan hechten – en die dankzij nieuwe media steeds sneller worden verspreid.
“Deze manier van handelen, die aanzienlijke verwarring heeft veroorzaakt, laat zien dat de normen van 1978 niet langer toereikend zijn om de acties van de bisschoppen en het dicasterie te leiden”, aldus Fernández.
Met deze nieuwe normen, zo zei kardinaal Fernández bij de presentatie van de richtlijnen, zouden het haalbaarder moeten maken om sneller tot een conclusie te komen in zaken die al jaren aanslepen – zoals met betrekking tot de vermeende verschijningen in Medjugorje, Bosnië-Herzegovina.
Deze kwestie is “nog niet afgerond, maar met deze normen denken we dat het makkelijker wordt om verder te gaan en tot een conclusie te komen”, zei hij.
Bij de eerste verschijningen in 1981 in Medjugorje waren zes tieners betrokken die beweerden dat Maria aan hen verscheen. Sindsdien hebben verschillende andere zieners beweerd visioenen te zien en boodschappen van Maria te ontvangen op de plaats van de verschijningen.
Paus Franciscus heeft gezegd dat de oorspronkelijke visioenen het waard zijn om verder bestudeerd te worden, maar hij heeft zich sceptisch uitgelaten over de voortdurende gebeurtenissen. In 2019 gaf hij wel toestemming voor georganiseerde pelgrimstochten naar Medjugorje.
De normen bevestigen ook de noodzaak voor bisschoppen om in te grijpen in gevallen waarin verschijningen worden gebruikt voor persoonlijk voordeel van een persoon of groep, om geld, macht, roem te verdienen of misbruik te plegen.
Kardinaal Fernández benadrukte de “bijzondere morele ernst van het gebruik van vermeende bovennatuurlijke ervaringen of geaccepteerde mystieke elementen als middel of voorwendsel om controle over mensen uit te oefenen of misbruik te plegen”.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.