Kies deze Advent voor gebed en voor naastenliefde, in plaats van voor consumentisme. Dat zei paus Franciscus zondag in de Sint-Pietersbasiliek, waar hij de Mis van de eerste adventszondag vierde.
“Weersta het verblindende licht van de consumptie, dat deze maand overal zal schijnen, en geloof dat gebed en naastenliefde geen verloren tijd zijn, maar de grootste schatten”, aldus de paus in zijn preek. “Dit is het drama van vandaag: huizen vol spullen, maar leeg aan kinderen.”
Franciscus vierde de Mis voor Congolese immigranten. Hij waarschuwde in zijn preek tegen egoïstische houdingen in een samenleving waarin “het consumentisme regeert”.
“Consumentisme is een virus dat het geloof aan zijn wortel aantast, omdat het je doet geloven dat het leven alleen afhangt van wat je hebt, en dus vergeet je God. Bijeengaren is niet de zin van het leven.”
“Als je leeft voor spullen, zijn spullen nooit genoeg, hebzucht groeit en anderen worden obstakels in de race en dus eindig je met je bedreigd te voelen en voortdurend ontevreden en boos (…) ‘Ik wil meer, ik wil meer, ik wil meer. Je hebt vele spullen, maar er wordt niets goeds gedaan.”
“De Heer komt. Hier is de wortel van onze hoop: de verzekering dat Gods troost ons bereikt te midden van de beproevingen van de wereld”
- Paus Franciscus
De Mis markeerde het 25-jarig jubileum van de Congolese parochie van Rome. Er was onder meer traditionele Congolese muziek te horen en de zogeheten Zaïrese ritus werd gebruikt.
“Beste broeders en zusters, jullie zijn van ver gekomen”, sprak de paus. “Jullie hebben jullie huizen, jullie geliefden en vertrouwde spullen achtergelaten. Eenmaal hier, hebben jullie acceptatie gevonden naast moeilijkheden en onverwachte gebeurtenissen. Maar voor God zijn jullie altijd welkom. Voor Hem zijn we nooit vreemdelingen.”
Franciscus merkte op dat Advent ‘komst’ betekent.
“De Heer komt. Hier is de wortel van onze hoop: de verzekering dat Gods troost ons bereikt te midden van de beproevingen van de wereld, een troost die niet uit woorden bestaat, maar uit aanwezigheid, van zijn aanwezigheid die onder ons komt.”