Als het aan de Spaanse sociaal-democratische PSOE ligt, wordt deelname aan pro-life activiteiten rond abortusklinieken strafbaar. De partij wil met een verregaand wetsvoorstel een einde maken aan groeperingen die een bedreiging zouden vormen voor het recht op abortus.
Het “treiteren, hinderen of intimideren” van vrouwen die onderweg zijn naar een abortuskliniek om een abortus te ondergaan kan in het voorstel bestraft worden met een celstraf van drie maanden tot een jaar. Daarnaast kunnen pro-life betogers en hulpverleners een taakstraf opgelegd krijgen die in duur varieert van 31 tot tachtig dagen.
Met het onlangs ingediende wetsvoorstel hoopt de partij van premier Pedro Sánchez een veiligheidszone te creëren rond abortusklinieken, de seksuele en reproductieve rechten van vrouwen te beschermen en hun morele en fysieke vrijheid te waarborgen.
De partij baseert zich op een rapport van de Spaanse vereniging voor abortusklinieken ACAI, die in 2018 driehonderd vrouwen ondervroeg die een abortuskliniek bezochten. Van hen gaf 89 procent aan lastig te zijn gevallen door pro-life groeperingen en voelde 66 procent zich door hen bedreigd.
Verschillende pro-life organisaties hebben met verbazing gereageerd op de wijziging van het Wetboek van Strafrecht waar de PSOE op zint. Alicia Latorre, voorzitter van de Spaanse bond van pro-life organisaties, herkent zich niet in het beeld van agressieve pro-life betogers die vrouwen systematisch lastig zouden vallen. Ze vraagt zich af waarom het bieden van hulp en informatie nu wordt weggezet als intimidatie.
“Wie hulp biedt, behandelt vrouwen met authentieke warmte en respect”, aldus Latorre. Vrouwen krijgen volgens haar op vreedzame en respectvolle wijze informatie, wat in haar ogen heeft geleid tot positieve resultaten. “Er zijn duizenden levens gered gedurende vele jaren. Veel vrouwen besluiten om van gedachte te veranderen.” Vrouwen hebben volgens Latorre juist binnen abortusklinieken te maken met druk, niet daarbuiten.
Het wetsvoorstel van de PSOE geldt als het zoveelste voorbeeld van de progressief-ideologische agenda van de partij. Zo kwam het eerder dit jaar tot het legaliseren van euthanasie en voerde de regering een nieuwe onderwijswet in die de financiële steun voor en de autonomie van vooral katholieke onderwijsinstellingen beperkt.
Daar lijkt het niet bij te blijven: als het aan de regering ligt komt er ook een wet die regelt dat minderjarigen zonder toestemming van hun ouders een geslachtsverandering kunnen ondergaan. Ook wil de overheid abortus toegankelijk maken voor zestien- en zeventienjarige meisjes, eveneens zonder toestemming van hun ouders.
Niet voor niets hebben de Spaanse bisschoppen steeds meer moeite met de regering van Sánchez, die begin vorig jaar met hangen en wurgen een minderheidscoalitie wist te smeden met het links-radicale Podemos.
Zo vreesde de aartsbisschop van Valencia, kardinaal Antonio Cañizares, kort na de totstandkoming van de coalitie voor een opleving van het “marxistisch communisme” en het opleggen van een eenzijdige, absolutistische manier van denken die onverenigbaar is met democratie.
Die zorg deelt het Observatorium voor Religieuze Vrijheid en Vrijheid van Geweten (OLRC), dat toezicht houdt op de vrijheid van godsdienst in Spanje. Volgens de organisatie bereikt het antireligieus sentiment dat door partijen als PSOE en Podemos wordt uitgedragen, de gewone mensen op straat.
Die conclusie is niet zomaar uit de lucht gegrepen, blijkt uit het groeiend aantal incidenten dat tegen de Spaanse Kerk plaatsvindt. In december werd met een hashtag op Twitter opgeroepen om priesters in brand te steken. De oproep #FuegoAlClero, ‘steek de geestelijkheid in brand’ ging vergezeld van tweets waarin werd opgeroepen om kerken in brand te zetten.