Honderden Amerikaanse kostscholen probeerden gedurende 150 jaar inheemse kinderen te assimileren in de blanke samenleving, blijkt uit een recent rapport van het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Zaken. Amerikaanse bisschoppen reageerden met droefheid en verontschuldigden zich voor het kerkelijk aandeel hierin.
Ongeveer de helft van de door de Amerikaanse overheid gesteunde kostscholen ontving steun of betrokkenheid van religieuze instellingen of organisaties.
In het rapport dat op 11 mei werd uitgegeven staat dat in de periode van 1819 tot 1969 tienduizenden inheemse kinderen verplicht werden om naar een van de 408 kostscholen te gaan. De scholen waren verspreid over 37 staten en territoria.
In dit tijdperk werden veel oorspronkelijke bewoners het land uit verdreven. De kostscholen hadden tot doel de inheemse cultuur uit te roeien, stelt het rapport. Dit deden ze onder meer door kinderen te scheiden van hun ouders, hun Engelse namen te geven en de inheemse talen, religie en gewoontes te verbieden.
Ook werden de kinderen onvoldoende opgeleid, waardoor ze niet konden voldoen aan de eisen die werkgevers stelden.
Aartsbisschop Bernard Hebda van St. Paul-Minneapolis erkende het rapport met droefheid en verontschuldigde zich.
“De duidelijke leer van de katholieke kerk van vandaag is dat inheemse volkeren en culturen moeten worden gerespecteerd, en nooit geschaad of opgeofferd in naam van evangelisatie.”
- Aartsbisschop Bernard Hebda van St. Paul-Minneapolis
“Het rapport vermeldt bovendien helaas de betrokkenheid van katholieke organisaties bij dat proces”, zei Hebda in een verklaring op de website van het aartsbisdom.
“Een dergelijke instrumentalisering van het geloof of gebrek aan respect voor cultuur is weerzinwekkend. De duidelijke leer van de katholieke Kerk van vandaag is dat inheemse volkeren en culturen moeten worden gerespecteerd, en nooit geschaad of opgeofferd in naam van evangelisatie”, aldus Hebda.
“Het rapport is een belangrijke eerste stap in wat naar mijn verwachting een pijnlijke maar noodzakelijke reis zal zijn voor ons land en voor onze Kerk”, voegde hij eraan toe.
De Amerikaanse minister van Binnenlandse Zaken Deb Haaland gaf vorig jaar in juni opdracht om onderzoek te doen naar de gang van zaken op Amerikaanse kostscholen. Aanleiding hiervoor was de ontdekking van 215 naamloze graven bij de Kamloops Indian Residential School in buurland Canada.
Twee dagen nadat ze het onderzoek aankondigde werden 751 naamloze graven ontdekt op het terrein van een voormalige katholieke kostschool in de Canadese staat Saskatchewan.
Volgens het huidige rapport zijn er in totaal minstens 53 gemarkeerde of ongemarkeerde begraafplaatsen geassocieerd met internaten in de VS. Ongeveer negentien van de scholen waren verantwoordelijk voor meer dan 500 kindersterfgevallen.
Het aantal geregistreerde sterfgevallen zal naar verwachting toenemen, zei het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Aartsbisschop Paul Coakley van Oklahoma en bisschop David Konderla van Tulsa zeiden in reactie op het rapport dat ze het belangrijk vinden om de geschiedenis beter te begrijpen om er lering uit te kunnen trekken.
Ze hopen dat “deze projecten zullen bijdragen aan het opbouwen van een cultuur van inclusiviteit, genezing en begrip met betrekking tot inheemse Amerikanen in onze staat”.
Een dergelijk traject is in Canada al aan de gang: paus Franciscus ontving begin april verschillende Canadese inheemse leiders om naar hun verhalen te luisteren. Hij bood zijn excuses aan en beloofde Canada te bezoeken.
Het Amerikaans ministerie van Buitenlandse Zaken komt nog met een vervolg waarin meer details zullen staan. Ook kondigde Haaland aan dat ambtenaren het land in gaan om te luisteren naar de verhalen van verschillende inheemse volken. Er zal uiteindelijk een permanent archief komen.
Bron: Catholic News Service