In de aanloop van een debat vandaag in de Tweede Kamer, pleit een coalitie van bedrijven, NGO’s, oud-politici en anderen voor extra financiële steun aan ontwikkelingslanden in de strijd tegen corona.

Die coalitie wil dat één procent van het Nederlandse noodpakket wordt besteed aan mondiale bestrijding van het virus. Dat zou neerkomen op 900 miljoen euro.

Volgens initiatiefnemer Oliver van Loo gaat echter niet om het exacte bedrag, maar om de gedachte erachter. “Als alle landen bijdragen naar draagkracht, komt er een substantieel bedrag op tafel. Het zou een goed begin zijn om deze crisis ook over de grens te bestrijden.”

Motie Kees van der Staaij

De oproep sluit losjes aan bij een motie van SGP’er Kees van der Staaij, die op 26 maart werd aangenomen door de Tweede Kamer.

Hij pleitte voor solidariteit met landen die niet beschikken over een hoogwaardig zorgsysteem en een stabiele voedselvoorziening. De gevolgen van het coronavirus kunnen in die landen potentieel veel groter zijn. De Tweede Kamer spreekt vandaag over mogelijke maatregelen.

Bijspringen

Chris Stoffer zegt namens de SGP: “We moeten ontwikkelingslanden onverminderd blijven steunen en helpen. Niet door grote bedragen over te maken of cheques uit te delen, maar door bij te springen met eten, drinken en met medicijnen. Onze naaste is niet alleen die eenzame buurvrouw, of dat zwakke familielid, maar ook dat onbekende jongetje uit Afrika.”

Van der Loo is blij dat zijn oproep rondzingt in de Tweede Kamer. Volgens hem is zijn pleidooi daar positief ontvangen. Wel is er nog een plan nodig, zegt hij.

“Vooralsnog hadden we alleen Nederland in het vizier, maar zo kun je een mondiale pandemie niet bestrijden. Daarom is het goed als we over de grenzen heen kijken. Hierbij zou het helpen als ook de samenleving zo’n bijdrage zou steunen.”

Dat al zoveel bedrijven en organisaties dat doen, stemt hem positief. Medeondertekenaars van de oproep zijn bijvoorbeeld Hans de Jong (president Philips Nederland), Peter van Uhm (voormalig commandant der strijdkrachten) en rabbijn Awraham Soetendorp.

Nu hoopt hij op een grote bijdrage vanuit de politiek. “Met 15 of 50 miljoen euro kun je weinig doen. Er moet een substantieel bedrag op tafel komen, zoals Joël Voordewind van de ChristenUnie ook betoogde.”

“De coronacrisis raakt iedereen en ieder land ter wereld”, zegt Voordewind desgevraagd. “Het is logisch dat de eerste zorg en aandacht uitgaat naar de situatie hier in ons eigen land, maar dat ontslaat ons niet van de verantwoordelijkheid om ook op te komen voor kwetsbaren elders ter wereld.”

Dat ook kerkelijk leiders – onder wie paus Franciscus – oproepen tot solidariteit, vindt Voordewind “terecht”.

“We moeten als land óók omzien naar onze naaste verder weg, al was het maar omdat een toename van het aantal besmettingen in Afrika óók een risico voor Nederland is. Hoeveel geld er precies nodig is, weten we nog niet. Maar we moeten íets doen, daar ben ik het van harte mee eens.”

Ook het CDA steunde de motie Van der Staaij van 26 maart van harte, zegt woordvoerder zorg en coronamaatregelen Joba van den Berg.

“Het kabinet is nu aan zet voor een goede uitwerking. Daar kijken wij naar uit. We moeten het virus met z’n allen aanpakken want we zijn zo sterk als de zwakste schakel; we hebben een gedeeld belang. Het CDA zet al langer in op versteviging van de gezondheidsinfrastructuur in deze landen.”

Volgens Van den Berg is daarom al 100 miljoen euro uit het budget vrijgemaakt. “In de commissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking wordt verder gesproken over de inzet en ondersteuning.”