De Belgische missionaris Augustin Delouvroy m.s.p. getuigde in het Bossche Sint-Janscentrum van het werk van zijn beweging, de Missionarissen Dienaren van de Armen, in Latijns-Amerika.
Die jonge beweging, in de jaren tachtig in Peru gesticht door de Italiaanse missionaris Giovanni Salerno, zet zich in voor de allerarmsten in het Peruaanse Andesgebergte. Sinds enige tijd zijn er ook missies in Cuba, Mexico en de Hongaarse hoofdstad Boedapest.
Pater Delouvroy hield zijn presentatie in verband met het vastenproject van de Bossche priesteropleiding.
Armoede bestaat in vele soorten, hield Delouvroy de rond twintig aanwezigen voor. Allereerst de materiële armoede, die “iedereen kan zien” en die “heel diep is in de dorpen van het Andesgebergte”.
Daarnaast bestaat er een “culturele armoede”, maar “de diepste armoede, die de meeste gevolgen heeft, is de spirituele”, zei pater Delouvroy. “Dat zeg ik niet omdat ik priester of christen ben, maar vanuit mijn ervaring van het werken met die mensen.”
Hij herinnerde zich hoe hij in een dorp bij een jong, zwanger meisje van een jaar of 17 werd geroepen, dat ziek was en al lange tijd niet meer wilde eten. “Ze was ervan overtuigd dat de ziekte haar lot was”, over haar afgeroepen door “een heks, die iets slechts voor haar wilde” en lag enkel “passief te wachten”.
“Ik besefte dat lijden niet alleen over honger, kou en ziekte gaat, maar ook over de ziel die in duisternis is, in zonde, in onwetendheid over hoe beter te leven.” Daarom, zo zei hij, “is de eerste plaats in onze beweging voor de Heer. Daar beginnen we altijd”.
Hij proeft dat in de dorpen van de Andes “het christelijk geloof echt aangekomen is”. Het is “soms arm”, en “vaak gemengd” met voorchristelijke elementen, “maar voor de naam van Jezus is altijd eerbied”.
Hij herinnert zich een jongeman in een dorpje, waar al tientallen jaren geen priester meer was. Het dorp, vertelde de man, was overgenomen door sektes en protestantse groepen.
Delouvroy: “Hij was droevig want men kwam niet meer samen rondom het geloof. Hij vroeg of we daar een kapelletje wilden bouwen. Ze hadden daar veel nodig, maar hij vroeg om het geloof.”
De Missionarissen Dienaren der Armen runnen scholen, beroepsopleidingen en weeshuizen. De priesters en apostolische zusters van de beweging zijn op verzoek van de lokale bisschop actief in dorpen in de Peruaanse Andes, waar ze de sacramenten bedienen en geloofsonderricht geven.
Verder kent de beweging een contemplatieve zustertak en een tak van missionaire gezinnen.
Pater Giovanni Salerno wil “van de voorzienigheid” leven, vertelt Delouvroy. Nog altijd ontvangen de Missionarissen Dienaren der Armen “geen enkele officiële steun”, maar wordt vertrouwd op giften. Dat heeft als groot voordeel “de vrijheid om dingen te doen zoals we zelf willen”.
Katholiek Nieuwsblad sprak eind 2015 uitgebreid met pater Delouvroy. Het interview is hier te lezen.