Er is een wezenlijk verschil tussen de huidige generatie anticonceptiepillen en de ‘Congopil’ die in de jaren zestig geoorloofd werd geacht tegen de mogelijke gevolgen van verkrachting.
Dat schrijft de Oostenrijkse moraaltheoloog dr. Helmut Prader, vicaris-generaal van het bisdom St. Pölten, in een commentaar op kath.net.
Prader is belast met het terrein huwelijk, gezin en pro-life en doceert moraaltheologie en bio-ethiek aan de hogeschool Heiligenkreuz.
Prader reageert op de verwarring die is ontstaan na uitspraken van paus Franciscus over de vermeende geoorloofdheid van anticonceptie om een zwangerschap van een gehandicapt kind te voorkomen.
Hij gaat daarbij in op de toestemming die paus Paulus VI in de jaren zestig zou hebben gegeven aan nonnen om zich met hormonale anticonceptie te beschermen tegen verkrachting.
Die vond destijds tijdens de Congolese opstand begin jaren zestig op grote schaal plaats.
De katholieke Kerk leert dat het gebruik van niet-abortieve anticonceptie in geval van verkrachting geoorloofd is omdat er geen sprake is van een vrijwillig aangegane huwelijksdaad.
Binnen het huwelijk, de enige plaats waar volgens de leer van de Kerk de geslachtsdaad geoorloofd is, mag de voortplanting niet worden gescheiden van de seksuele gemeenschap. Ook niet wanneer er gegronde redenen zijn om een zwangerschap uit te stellen.
“Destijds”, schrijft Prader, “toen het de zusters werd toegestaan wegens de dreigende verkrachtingen de pil te gebruiken, was de eerste generatie orale contraceptie op de markt verschenen.”
Deze hooggedoseerde preparaten waren erop gericht de eisprong te onderdrukken. Door die hoge doseringen traden echter zoveel fatale bijwerkingen op, dat die drastisch werden bijgesteld. Dat leidde alsnog tot ongewenste eisprongen en zwangerschappen.
Prader wijst erop dat de huidige generatie van de anticonceptiepil een meervoudige werking heeft.
Allereerst onderdrukt die de eisprong, zij verdikt de slijmlaag van de baarmoederhals waardoor zaadcellen worden tegengehouden, zij verhindert het ‘transport’ van de bevruchte eicel in de eileider en verhindert de innesteling.
De eerste twee werkingen voorkomen bevruchting, waar de derde en vierde abortief werken.
Prader haalt een gynaecoloog aan die berekend heeft dat de voorbehoedende werking van de eerste twee trappen in circa 30% van de gevallen niet slaagt.
Om die reden is het gebruik van de anticonceptiepil in geval van verkrachting met de huidige generatie pillen ongeoorloofd. “Omdat de vroegabortieve werking niet alleen niet uitgesloten kan worden, maar omdat die duidelijk bij de ontwikkeling ingecalculeerd is”, aldus Prader.
“Het enige alternatief voor de pil is de natuurlijke geboorteregeling, waarbij het geslachtsverkeer tot de onvruchtbare perioden wordt beperkt indien een kind vanwege het risico door het Zikavirus niet verantwoord is.”
Daarom kan uit het voorbeeld van de door paus Franciscus aangehaalde situatie in Congo geen verandering in de houding van de Kerk tegenover anticonceptie worden afgeleid, aldus Prader.