In een condoleanceboodschap voor een oud-collega aan de universiteit van Regensburg, heeft emeritus-paus Benedictus XVI (94) een soort verlangen naar zijn eigen levenseinde laten doorschemeren.
“Nu is hij aangekomen in het hiernamaals, waar ongetwijfeld al vele vrienden op hem wachten. Ik hoop dat ik mij spoedig bij hen zal kunnen voegen”, zo schreef Benedictus in een brief die de Oostenrijkse cisterciënzerabdij van Wilhering publiceerde naar aanleiding van het overlijden van Gerhard Winkler.
In de brief van 2 oktober benadrukt Benedictus XVI ook dat Winkler, die eind september op 91-jarige leeftijd overleed, “het dichtst bij hem stond” onder al zijn collega’s en vrienden. “Zijn opgewektheid en diepe geloof hebben mij altijd aangetrokken”, schreef hij. Het nieuws van Winklers overlijden had Benedictus dan ook “diep geraakt”.
Winkler was cisterciënzer monnik en van 1974 tot 1983 hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Universiteit van Regensburg. Hij werkte daar nauw samen met Joseph Ratzinger, de latere paus Benedictus XVI, die daar van 1969 tot 1977 werkzaam was.
Eind september had Benedictus’ privésecretaris, aartsbisschop Georg Gänswein, gezegd dat het voormalige hoofd van de Kerk “stabiel in zwakheid” was, eraan toevoegend: “Hij is lichamelijk zeer broos op 94-jarige leeftijd, maar hij heeft een helder hoofd. En: hij heeft zijn gevoel voor humor nog niet verloren.”
De emeritus-paus woont sinds zijn aftreden in 2013 in het Mater Ecclesiae-klooster in de tuinen van het Vaticaan.
(Bronnen: KNA, CNA)