In India bereiken de aanvallen op christenen een alarmerend niveau.
Dat vindt Tomson Thomas, coördinator van Persecution Relief. Er worden maandelijks meer dan dertig incidenten gemeld. Zij zouden zich vooral voordoen in de deelstaten waar de hindoe-nationalistische partij BJP (Bharatiya Janata Party – Indian People’s Party) regeert, de partij van premier Narendra Modi, die bekend is om het nastreven van een hindoe-nationalistische agenda.
Tomson ziet achter de voorvallen inderdaad “een agenda en strategie” en een “toenemend gevoel van brutaliteit onder de groepen die in alle openlijkheid aanvallen op christenen uitvoeren’. Zo hebben op 17 juli extremistische hindoes aanvallen uitgevoerd in Kamarud op de christelijke student Umesh Patel. Samen met zijn vader en een vriend werd hij zodanig verwond dat zij in het ziekenhuis behandeld moesten worden.
Op 22 juli werd de veertienjarige Sangeeta Siri ontvoerd, verkracht en vermoord. Haar lijk werd in een bos bij Jattarbeda gevonden. Haar vader vermoed dat zij om het leven gebracht is omdat het gezin christelijk is. Om die reden waren zij al meermaals bedreigd.
Op 21 juli verstoorden radicale Hindoes een gebedsbijeenkomst van een Pinkstergemeente in Maugami en ontvoerden de pastor Rampal Kori en een gemeentelid. Deze werden aan een boom gebonden en met knuppels mishandeld. Hun werd verweten hindoes te willen bekeren. Toen de politie de volgende morgen arriveerde, arresteerde die de beide christenen. Zij zouden de religieuze gevoelens van hindoes gekwetst en de antibekeringswet geschonden hebben. Pas na zes dagen zijn ze op borgtocht vrijgelaten.
“Hier worden staatsinstellingen misbruikt voor christenvervolging’, meent Thomas. “Fundamentalisten mishandelen christenen en gebruiken dan de politie om hen verder te kwellen.” Van de 1,25 miljard inwoners van India zijn 82% hindoe en minstens 3% christen. (KN/Sight Magazine)
