Wie op de islam openlijk kritiek durft te uiten, krijgt in Duitsland geen toppositie meer.
Deze mening gaf de oriëntalist en publicist Hans-Peter Raddatz te kennen op een recente Israëlconferentie, zo meldt Kath.net. “Vandaag kunnen zij geen carrière meer maken bij Justitie, Kerk, politiek of aan de universiteit, als zij zich niet voor islamitische belangen inzetten”, aldus Raddatz.
Medeverantwoordelijk voor deze ontwikkeling zijn de media, vindt Raddatz. Zij stellen de islam vaak voor als “beslissende cultuur, waaraan we ons allemaal moeten toevertrouwen” en informeren niet waarheidsgetrouw. Criminaliteit onder vluchtelingen komt bijvoorbeeld pas aan de orde, als die niet meer onder de pet te houden valt.
Ook dragen de media er beslissend toe bij dat debatten erover niet meer argumenterend en zakelijk gevoerd worden, maar diffamerend. Critici van de Duitse vluchtelingenpolitiek worden gebrandmerkt met agressieve begrippen als ‘islamofoob’, ‘racistisch’, of ‘volk ophitsend’. Dit beschadigt de democratie.
Raddatz klaagde verder dat de grote partijen sinds de jaren zeventig steeds meer op elkaar zijn gaan lijken, zodat ze zich nu inhoudelijk nauwelijks nog onderscheiden. “We hebben vandaag praktisch een eenheidspartij die onder verschillende namen bedrijf voert”. Voormalige DDR-burgers zijn volgens hem op dit punt waakzamer en hebben daarvoor een goed gevoel. Dat is de reden dat de volksprotesten daar ook uitgesprokener zijn dan in Duitsland. (KN/Kath.net)