De aanvaarding in Italië van het “homoseksuele pseudo-huwelijk” is “het laatste stadium in het proces van maatschappelijke ontbinding”, stelt de historicus Roberto de Mattei.
Dat proces is begonnen met het invoeren van scheiding (1970) en abortus (1978), terwijl de legalisering van euthanasie nog maar een kwestie van tijd lijkt.
Wat deze drie gebeurtenissen gemeenschappelijk hebben, aldus De Mattei op LifeSiteNews, is verraad door mensen uit katholieke regeringen. Scheiding en abortus werden doorgevoerd onder verantwoordelijkheid van de christendemocratie. Die ging in Italië ten onder in de corruptieprocessen van de jaren negentig, maar ook de huidige politiek verantwoordelijken voor het ‘homohuwelijk’, premier Renzi en de minister van Binnenlandse Zaken, Alfano noemen zichzelf praktiserende katholieken.
Al deze politici hadden de keus om wetten, die vanuit katholiek oogpunt eenduidig immoreel zijn, te weigeren. In plaats daarvan ondertekenden zij die. Gewoonlijk beriepen ze zich dan, zoals premier Andreotti in 1977, op de crisis die anders zou uitbreken. De Mattei: “Het verlies van het premierschap van een regering werd beschouwd als veel ernstiger dan de moord, bij wet geoorloofd, op miljoenen onschuldige kinderen.”
De nieuwe wet voor het homohuwelijk voorziet niet in het recht op adoptie. Dit is echter een wassen neus, aldus De Mattei, omdat dit vanzelf zal volgen, desnoods via Europa. Het eigenlijk kwaad van de wet is echter “het geven van rechten aan homoseksuelen omdat ze homoseksueel zijn”. De Mattei: “Volgens de katholieke leer, maar zelfs daarvoor al, volgens de natuurwet, is homoseksualiteit een zonde die de beginselen van de morele orde omverwerpt.”
De kerkelijke hiërarchie gaat niet vrijuit in deze desastreuze ontwikkeling. De kritiek concentreert zich op secretaris-generaal van de Italiaanse bisschoppenconferentie, mgr. Nunzio Galantino, die open debat over prolife-onderwerpen zou vermijden. “Daarenboven”, aldus De Mattei, “is er geen woord gehoord van de degene die bisschop van Rome is en de primaat van Italië”.
Net als in veel andere landen is echter ook in Italië een prolife volksbeweging op gang aan het komen, die op 30 januari resulteerde in de Family Day. Dat is nieuw, aldus De Mattei, en het belang ervan “is dat het gebeurde” want “de Italiaanse katholieke wereld is altijd wars van grote publieksdemonstraties geweest omdat het altijd openlijke botsingen met de tegenstander probeerde te vermijden onder de illusie te kunnen winnen met compromissen.” Je moet de Family Day dan ook niet verwarren met de vertegenwoordigers van de katholieke wereld.
Na de introductie van het homohuwelijk hebben de mensen van de Family Day “een slag verloren”, aldus De Mattei, “maar zij zijn vastbesloten de strijd voort te zetten.” Ze beginnen daar nu mee “door alles in het werk te stellen voor een integraal referendum voor afschaffing van de wet die homoseksuele verbintenissen in Italië invoert.” De volgende gelegenheid daarvoor zal de Mars voor het Leven op 8 mei zijn. (KN/LifeSiteNews).