Wie als katholiek uitspraken over het huwelijk hoort, “zelfs indien gedaan door priesters, bisschoppen, kardinalen”, die niet in lijn zijn met de Catechismus, moet niet naar de spreker luisteren. “Zij zijn de blinden die de blinden leiden.”
Dat zegt kardinaal Carlo Caffarra in een uitgebreid interview met website onepeterfive.com. De emeritus-aartsbisschop van Bologna is moraaltheoloog en oud-lid van het Pauselijk Instituut voor Huwelijk en gezin.
De interviewer vraagt hem wat zijn advies is voor “verwarde katholieken betreffende de morele leer van de katholieke Kerk over huwelijk en gezin? Wat is een gezagvol, goed gevormd geweten als het gaat om zaken zoals contraceptie, echtscheiding en ‘hertrouwen’, evenals homoseksualiteit?”
De kardinaal antwoordt dat “de staat waarin het huwelijk zich vandaag in het Westen bevindt”, omschreven kan worden als “eenvoudigweg tragisch”.
“Tegen katholieke gelovigen die verward zijn over de geloofsleer betreffende het huwelijk, zeg ik eenvoudigweg: ‘Lees en mediteer over de Catechismus van de Katholieke Kerk nummers 1601-1666. En als je wat praat hoort over het huwelijk – zelfs als die wordt gedaan door priesters, bisschoppen, kardinalen – en als je dan vaststelt dat het niet in lijn is met de catechismus, luister niet naar hen. Zij zijn de blinden die de blinden leiden.”
Ook wordt Caffarra gevraagd of hij “een opmerking” wil maken “over kardinaal Cristoph Schönborns recente opmerking dat de pauselijke exhortatie Amoris Laetitia bindende leer is en dat alle voorgaande documenten van het leergezag betreffende huwelijk en gezin nu moeten worden gelezen in het licht van Amoris Laetita”.
Caffarra reageert: “Ik antwoord met twee eenvoudige observaties. De eerste observatie is: men moet niet alleen het voorgaande leergezag over het huwelijk in het licht van Amoris Laetitia (AL) lezen, maar men moet ook Amoris Laetitia lezen in het licht van het voorgaande leergezag. De logica van de levende traditie van de Kerk is bipolair: ze heeft twee richtingen, niet één. Het tweede deel is belangrijker.”
Hij vervolgt: “In zijn interview met Corriere della Sera houdt mijn goede vriend kardinaal Schönborn geen rekening met wat er in de Kerk is gebeurd sinds de publicatie van Amoris Laetitia. Bisschoppen en veel theologen die trouw zijn aan de Kerk en aan het leergezag argumenteren dat, speciaal op één specifiek – maar erg belangrijk – punt, er geen continuïteit, maar, veeleer, een tegenstelling is tussen AL en het voorgaande leergezag. Bovendien zeggen deze theologen en filosofen dit niet met een vernederende of opstandige geest richting de Heilige Vader zelf.”
“En het punt is als volgt: AL zegt dat onder sommige omstandigheden seksuele gemeenschap tussen gescheiden en burgerlijk hertrouwden moreel gerechtvaardigd is. Zelfs meer, het zegt dat wat het Tweede Vaticaans Concilie heeft gezegd over echtelieden – met betrekking tot seksuele intimiteit – ook op hen van toepassing is (zie voetnoot 329). Dus: wanneer men zegt dat een seksuele relatie buiten het huwelijk gerechtvaardigd is, is dat dus een claim tegengesteld aan de leer van de Kerk over seksualiteit; en wanneer men zegt dat overspel geen intrinsiek oneerlijke daad is – en dat er dus omstandigheden zijn die het niet oneerlijk maken – dan is ook dat een claim tegengesteld aan de traditie en de leer van de Kerk.”
“In een dergelijke situatie als deze, moet de Heilige Vader, naar mijn mening – en zoals ik al heb geschreven – dus de zaak verhelderen. Want als ik zeg ‘S is P’, en dan zeg ‘S is niet P’, is de tweede propositie geen ontwikkeling van de eerste propositie, veeleer, maar zijn ontkenning. Als iemand zegt: de leer blijft, maar het gaat alleen om de zorg voor enkele gevallen, antwoord ik: de morele norm ‘Gij zult geen overspel plegen’ is een absoluut negatieve norm die geen enkele uitzondering toestaat. Er zijn vele manieren om goed te doen, maar er is maar een manier om geen kwaad te doen: geen kwaad doen.”