Volgens kardinaal Wim Eijk, aartsbisschop van Utrecht, is het beeld dat velen van het christelijk geloof hebben “vaak door vooroordelen bepaald”.
Dat schrijft de kardinaal in een column in de mei-editie van Op Tocht, het bisdomblad van het aartsbisdom Utrecht.
In de column ‘Ook zonder hechte structuren en grootse instituten’ gaat de kardinaal in op hoe de heilige Willibrord (ca. 658-739) “een weergaloze bron van inspiratie” kan zijn voor “wie als christen zijn geloof in Christus aan anderen wil overdragen”.
Volgens kardinaal Eijk kan het voor “wie hart heeft voor Jezus”, “pijn doen te zien hoe weinig mensen Hem nog echt kennen”.
“De overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking kent de Bijbel nauwelijks. Wat mensen weten van de leer van Zijn Kerk is flinterdun. Hun beeld van het christelijk geloof is vaak door vooroordelen bepaald. Dit zijn de droeve gevolgen van een geloofsoverdracht die in de laatste halve eeuw – als zij al plaatsvond – zeer gebrekkig was”, aldus kardinaal Eijk.
Volgens de kardinaal kan hij “wel eens met een zekere jaloezie kijken naar de tijd waarin het christelijk geloof zo bepalend was voor het dagelijks leven van veel mensen”.
“En dan heb ik het over de periode tot aan het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw. De katholieke gezinnen, de vitale parochiegemeenschappen, de katholieke scholen, de katholieke zorginstellingen: alles hielp mee om het christelijke geloof over te dragen en ook het hele leven erop af te stemmen. Deze hechte structuren en grootse instituten werkten soepel en trefzeker met elkaar samen en hielpen mensen om hun geloof te ontwikkelen, erin te groeien en het tot maatstaf voor het concrete leven van alledag te doen zijn”, aldus kardinaal Eijk.
De kardinaal wijt de afbraak van de katholieke structuren met name aan “de snelle opkomst van de individualistische cultuur waarin wij nu leven sinds de jaren zestig van de vorige eeuw”.
“De katholieke structuren wankelden en raakten in het ongerede, de katholieke instituten verdwenen of legden hun katholieke identiteit af, vaak ook formeel, maar in ieder geval in de praktijk”, schrijft de kardinaal.
Een christen die “zijn geloof in Christus aan anderen wil overdragen”, kan zich volgens de aartsbisschop van Utrecht “niet langer verlaten op hechte structuren en grootste instituten”.
Volgens kardinaal Eijk is de heilige Willibrord “een weergaloze bron van inspiratie” voor christenen die nu het Evangelie willen verkondigen.
De heilige Willibrord, die het aartsbisdom Utrecht in 695 stichtte, kwam als missionaris naar Nederland in een tijd dat het christendom hier nog nauwelijks bekend was.
Volgens de kardinaal vonden Willibrord en zijn gezellen “hun kracht in de heel basale spiritualiteit van de Iroschotse monniken die van de zesde tot en met de achtste eeuw in Noordwest Europa het christelijk geloof brachten”.
“Hun intense ideaal bestond hierin dat zij letterlijk evenals Jezus een ‘peregrinus’, een pelgrim in de zin van een rondtrekkende vreemdeling wilden zijn zonder vaste woon- en verblijfplaats. (…) Deze spiritualiteit gaf hun een uitstraling en overtuigingskracht die hun uitwerking niet misten. Hun concrete werkwijze en pastorale methoden kunnen we niet na-apen, maar hun spiritualiteit geënt op een letterlijke navolging van Jezus is voor ons die het zonder grootse christelijke structuren en instituten moeten stellen, een weergaloze bron van inspiratie.”
In zijn preek tijdens de heilige Mis voorafgaand aan de Springprocessie in het Luxemburgse Echternach verwees kardinaal Eijk ook al naar de voorbeeldrol van de heilige Willibrord en zijn gezellen.
Lees hier de volledige column van kardinaal Eijk.