Kardinaal Eijk heeft vorige week in Apeldoorn de kledingbank van de Sant’Egidio gemeenschap geopend.
Hij deed dit samen met de voorzitster van de katholieke lekenbeweging Sant’Egidio, Hilde Kieboom, en de Apeldoornse wethouder Johan Kruithof.
De opening van de kledingbank was eigenlijk een heropening, meldt het aartsbisdom Utrecht op zijn website.
De kledingbank was gevestigd in de leegstaande Sebastiaanschool in Apeldoorn, maar moest daar weg, omdat de gemeente het pand verkocht.
De kardinaal, wethouder en voorzitster van Sant’Egidio hielden elk een korte toespraak waarna ze gezamenlijk het bord aan de gevel van het gebouw onthulden.
Volgens diaken Ronald Dashorst van de Apeldoornse Emmaüsparochie en actief bij Sant’Egidio is de kledingbank “een plaats van ontmoeting, hoop en menselijkheid in de stad”.
De voorzitster van Sant’Egidio, Hilde Kieboom, verwees in haar toespraak naar het Heilig Jaar van Barmhartigheid. Volgens haar heeft de kledingbank een brugfunctie “tussen wie heeft en wie niet heeft”. Ze hoopt dat de kledingbank “een plek mag zijn voor wie zoekt naar kleding, vrede en vriendschap”.
Kardinaal Eijk herinnerde in zijn toespraak aan zijn eigen ervaring met het werk in een kledingbank, opgedaan tijdens een diaconaal werkbezoek eerder dit jaar.
Volgens de kardinaal geeft de kledingbank christenen de gelegenheid hun geloof in praktijk te brengen. “Vanouds is benadrukt dat het christelijk geloof wanneer het zich niet in daden uit, niets voorstelt”, zei de kardinaal. “Of in de woorden van de apostel Jacobus ‘dood’ is (Jak. 2,17). Met concrete daden dient de volgeling van Christus te laten zien dat hij van de arme medemens houdt en respect voor hem heeft.”
Verder verweest de kardinaal naar de heilige Martinus van Tours, die zijn mantel met een bedelaar deelde.
Kardinaal Eijk: “Een structurele oplossing kon Martinus niet bieden. Dat kan ook een kledingbank niet. Structurele oplossingen bereiken we langs politieke weg door rechtvaardige wetgeving en daar moeten we zeker voor ijveren. Maar er zal altijd oprechte caritas nodig zijn om mensen in hun concrete nood terzijde te staan. Alleen al het feit dat iemand in liefde en zorg naar je omkijkt, geeft je vleugels. Bovendien, door te zorgen voor goede kleding voor mensen die daar niet over beschikken, helpen we hen ook hun waardigheid terug te vinden. De legende van de heilige Martinus brengt dat tot uiting door te vermelden dat de man die van Martinus een halve soldatenmantel kreeg, geheel zonder kleren was. Door het verstrekken van kleding aan mensen die er gebrek aan hebben, helpt de kledingbank hen bij het herwinnen van hun menselijke waardigheid. Het belang hiervan moet niet worden onderschat.”
De kledingbank in Apeldoorn stelt 3500 mensen in de gelegenheid om maximaal een keer per maand vijf kledingstukken te komen uitzoeken. Bij de Apeldoornse kledingbank zijn circa veertig vrijwilligers betrokken. (KN/aartsbisdom.nl)