<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Kerk in Nederland

Zingt het koor zijn laatste lied? ‘Koren die al voor corona zwak waren, krijgen extra klap’ 

Francesco Paloni 23 september 2021
image
Koorleden repeteren tijdens de Dag van de Kerkmuziek in het bisdom Roermond (2016). Het kerkkoor is een belangrijk onderdeel van de kerkelijke liturgie. Foto: Bisdom Roermond

Het langverwachte moment is daar: met ingang van zaterdag mogen kerkkoren weer in volledige samenstelling zingen. Maar de vreugde om de versoepeling van het kerkelijk protocol wordt overschaduwd door een prangende vraag: hoeveel koren gaan de coronacrisis overleven?

Koorleden mogen in hun handen wrijven: met ingang van 25 september zullen koren in veel parochies weer als vanouds de Mis opluisteren, zij het in zigzagformatie en met inachtneming van anderhalve meter afstand. Het is een van de versoepelingen van het kerkelijk protocol die de Nederlandse bisschoppen dinsdag bekend maakten.

Zorgen over de koren

Maar de feestelijke stemming ten spijt zijn er ook zorgen over de impact van corona op een belangrijke pijler van de liturgie. “Menig koor is opgeheven of samengegaan”, zegt deken Ed Smeets, vicaris Liturgie en Kerkmuziek van het bisdom Roermond. De priester, die onder meer bestuurslid is van de Sint-Gregoriusvereninging en het Verbindend Netwerk Koorzang in Limburg (VNK), verwacht dat er heel wat koorleden door de coronacrisis zijn afgehaakt. “Velen van hen waren al voor corona op leeftijd. Die mensen zijn inmiddels nóg ouder geworden.”

Het beeld dat Smeets schetst is niet gitzwart. Hij merkt dat koren de afgelopen maanden weer voorzichtig bij elkaar zijn gekomen. Ook ziet hij hier en daar nieuwe ensembles ontstaan, bestaande uit kleinere groepjes zangers. Toch schat het VNK waar hij lid van is de terugloop van het aantal koorleden op zo’n twintig procent. Dat geldt weliswaar voor het gehele Limburgse korenlandschap en dus niet alleen voor kerkkoren, maar Smeets houdt ook voor deze groep zijn hart vast.

image
Veel koorleden kwamen tijdens de lockdown in een isolement terecht. Ze kampten met depressiviteit, gelatenheid, afvlakking van gevoel en chagrijnigheid. Foto: Bisdom Roermond

Hoe groot de terugloop bij kerkkoren zal zijn, moet volgens hem in de komende tijd blijken. “Of dit nou 15, 20 of 25 procent is, weet ik nog niet. We moeten afwachten.”

Koren als ‘superverspreiders’

Koren, kerkelijk of niet, zaten al sinds het begin van de pandemie in het verdomhoekje. ‘Superverspreiders’ waren het, aldus diverse onderzoeken die wezen op coronabrandhaarden die in zangkoren waren ontstaan. In november vorig jaar concludeerde het RIVM dat vooral het zingen had geleid tot het hoge besmettingspercentage binnen een aantal onderzochte koren, waar sprake was van clusterbesmettingen.

Door zang komen namelijk grotere hoeveelheden aerosolen (kleine druppeltjes) vrij, waardoor het coronavirus sneller om zich heen kan grijpen. Reden voor de Nederlandse kerkprovincie om koorzang voor lange tijd niet toe te staan bij liturgische vieringen.

Grote gevolgen ‘zangverbod’

Het leidde, samen met de lockdowns van maart en december 2020, tot grote gevolgen voor koren. Theologe en musicus Hanna Rijken deed daar onderzoek naar. In november vorig jaar zette zij een vragenlijst uit om de impact van het niet kunnen zingen binnen koren in kaart te brengen. Ze schrok van de meer dan duizend reacties die al tijdens de eerste week binnenkwamen. “Heel veel mensen waren verdrietig. Ze gebruikten termen als depressiviteit, gelatenheid, afvlakking van gevoel en chagrijnigheid.”

Van de koorzangers die Rijken ondervroeg, was zo’n dertig procent katholiek. Sommigen van hen gingen al meer dan 35 jaar week in week uit naar de repetitie, totdat het koor ineens moest stoppen door de (kerkelijke) lockdown. “Dat had een enorme impact”, zegt ze. “Alles stond ineens stil. Door het wegvallen van die sociale verbondenheid kwamen velen in een isolement terecht. Ze noemden daarbij ook het gemis aan liturgische vieringen.”

“Veel koorleden waren al voor corona op leeftijd. Die mensen zijn inmiddels nóg ouder geworden”

Opgeheven koren

Daarnaast vroeg Rijken zich al tijdens haar onderzoek af of oudere koorleden ooit terug zouden keren. Die vrees dreigt nu werkelijkheid te worden. “Ik hoor dat er veel koren die met name uit oudere leden bestaan, zijn opgeheven. Daar zitten vrij veel parochiekoren tussen.”

Ook een andere groep dreigt af te haken, zegt Rijken. Een op de drie koorleden die zij ondervroeg, was randkerkelijk. Het gaat om mensen die betrokken waren bij het koor, maar verder geen contact hadden met de parochie. Of zij na een maandenlange afwezigheid weer allemaal terug zullen keren, is volgens Rijken maar de vraag.

Haar vrees lijkt terecht: uit onderzoek van deze krant bleek eerder al dat corona vooral randkerkelijken lijkt te treffen. Die conclusie trok ook het aartsbisdom Utrecht in zijn jaarverslag over 2020. Rijken: “Deze mensen dreigen de band met de Kerk helemaal te verliezen. Koren vervullen eenmaal een grote rol in de binding van randkerkelijken. Via de muzikale weg zijn ze toch verbonden met een parochie.”

Hoe de werkelijkheid er daar uitziet, schetst Dieter Hedebouw, pastoor in het bisdom Den Bosch. In zijn parochies zijn koorleden niet gestopt met zingen tijdens de lockdowns. Ze wisten zich te organiseren en vormden kleine zangroepjes. Maar Hedebouw kan wel een koor aanwijzen waar het door corona is misgegaan. Voor de pandemie waren de leden al op leeftijd – het merendeel was ouder dan 85 jaar. “Ze konden tijdens de coronatijd niet bij elkaar komen en hebben niet gezongen”, zegt hij. “Van dat koor moeten we helaas afscheid nemen.”

image
Kerkkoren hebben een sterke aantrekkingskracht op randkerkelijken. Foto: Bisdom Roermond

Versneld proces

Volgens Hedebouw zou het betreffende koor zich ook zonder de pandemie ooit een keer hebben opgeheven. “De leeftijden van de koorleden spreken voor zich. Maar corona heeft dat proces versneld. De koren die stabiel en sterk zijn, gaan door. Koren die al voor corona wat zwak waren, krijgen een extra klap.”

Dat is ook het beeld in de parochies van André Monninkhof, pastoor van de Emmanuelparochie in Ommen, in het aartsbisdom Utrecht. Op een van zijn elf locaties is een dameskoor ermee gestopt. De meeste leden van het koor waren ouder dan 80 en vonden de coronatijd een passend moment om ermee te stoppen, vertelt de pastoor.

Andere koren ziet hij weer samenkomen, waardoor hij het gevoel heeft dat de tendens weer terug gaat richting normaal. Maar er zal over de gehele linie wel sprake zijn van een teruggang, verwacht hij. Welke omvang die zal hebben, zal in de komende maanden blijken. Maar wat intussen wel aannemelijk lijkt, is dat parochies het in de toekomst met minder koren zullen moeten doen.

Voor Rijken is het reden om de Kerk op te roepen tot meer betrokkenheid bij het lot van koren. “Een kerkkoor heeft een sterke aantrekkingskracht op randkerkelijken. Heb als Kerk niet alleen oog voor de mensen in de kerkbanken, maar ook voor de mensen in het koor.”

https://www.kn.nl/donaties/

Een traditie van eeuwen tegenover de waan van de dag

In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.

Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.

Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.