Het systeem van de Duitse kerkbelasting is niet meer van deze tijd, onrechtvaardig en vertraagt. Daarom moet het worden afgeschaft.
“Als slechts 55% van de bevolking zich katholiek of evangelisch-luthers noemt, en een derde van hen geen inkomstenbelasting betaalt, dan wordt de merkwaardigheid van het huidige systeem zichtbaar”, aldus de katholieke theoloog Hemel. In Duitsland wordt bij geregistreerde kerkleden 8 tot 9 procent van de loonbelasting door de werkgever overgemaakt naar de Kerk waartoe de werknemer behoort, de zogeheten ‘Kirchensteuer’.
Met het geld worden niet alleen puur kerkelijke activiteiten gefinancierd, maar ook alle ziekenhuizen, kleuterscholen en andere sociale instellingen onder kerkelijke vlag, waar iedereen gebruik van maakt terwijl nog geen 40% van de belastingbetalers kerkbelasting betaalt. “Dat is niet rechtvaardig”, aldus Hemel, die ook ondernemer is.
Hij pleit voor een geleidelijke afbouw omdat de hoge inkomsten die het voor beide grote Kerken betekent de bereidheid tot hervormingen remt. Hemel spreekt van een ‘zekere ambtenarenmentaliteit’ bij de kerkelijke leiding die door het systeem in de hand wordt gewerkt en krachten afremmen die zich met nieuw elan met het evangelie willen bezighouden. De Duitse Kerk geldt als veruit de rijkste van de hele wereld.
Wie op behoud gericht is kan niet flexibel zijn en wie het verleden probeert te handhaven kan de toekomst niet winnen, aldus Hemel. Hij bespeurt achter de discussie over een eventuele afschaffing van het systeem de centrale vraag naar de bestaansreden van de Kerken. “Waar ligt de kern van hun boodschap en wat betekent dat voor de wereld?”
Door zich op die vraag te bezinnen kunnen beide Kerken juist hun geestelijke geloofwaardigheid herwinnen die zij praktisch kwijt zijn geraakt. “Anders is het aantal van meer dan 300.000 die zich jaarlijks uit beide Kerken laten uitschrijven nauwelijks te verklaren.” (KN/KNA)
