Hebben de twee zaligen Titus Brandsma en Karl Leisner elkaar ooit in concentratiekamp Dachau ontmoet? Deze vraag was het startpunt van een zoektocht van de Duitse pastoor Christophe Scholten en de Groesbeekse Theo Giesbers. Hun conclusie? Het zou zomaar zo geweest kunnen zijn – en kennen deden ze elkaar in elk geval.
Giesbers en Scholten geven hier maandag een persconferentie over.
Brandsma en Leisner zijn beiden zalig (de eerste wordt later dit jaar heilig verklaard) en spraken zich voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog uit tegen de nationaalsocialisten. Beiden belandden in concentratiekamp Dachau, waar een speciale barak voor geestelijken was.
De twee zaligen waren werkzaam tussen Nijmegen en het net over de grens gelegen Duitse Kleve.
Giesbers vertelt: “Het zou toch heel goed mogelijk zijn geweest dat de twee elkaar ontmoet hadden, zei ik jaren geleden tegen de pastoor Scholten, die Karl Leisner al helemaal in zijn hart had gesloten. Tot die tijd was het antwoord steeds nee, omdat Brandsma te kort in Dachau zou zijn geweest.”
Pastoor Scholten liet de vraag niet rusten. Hij ploos alle voorhanden zijnde dagboeken van Leisner erop na, met name de vijf banden over Karl Leisner door Hans-Karl Seeger. Wat bleek? De twee zaligen kenden elkaar in ieder geval.
“Iedereen was met stomheid geslagen. In de archieven van onder andere het Titus Brandsma Instituut was niets over deze relatie te vinden.”
Enthousiast en met enige trots zegt hij dat het maar wat bijzonder is dat “eenvoudige mensen in het veld erin geslaagd zijn om dit boven water te krijgen”.
Uit brieven van Leisner blijkt dat de zaligen elkaar waarschijnlijk in maart 1939 op de Katholieke Universiteit Nijmegen ontmoet hebben. Leisner nam deel aan een cursus die waarschijnlijk door Brandsma werd gegeven.
Later schrijft Leisner vanuit concentratiekamp Dachau brieven aan zijn familie in Kleve, waarin hij Brandsma noemt. Op zondag 9 augustus 1942 schrijft hij dat Titus “op 25 juli is gestorven”.
Of ze elkaar ook in Dachau ontmoet hebben, is op grond hiervan niet met zekerheid te zeggen. Veel is er verder ook niet over hun relatie bekend. “Het is niet zo dat ze eerder samen geroeid hadden of zo. Het leeftijdsverschil tussen hen was ook groot”, aldus Giesbers.
Dat twee zaligen elkaar hebben ontmoet, vindt Giesbers hoe dan ook bijzonder. Maar “het gaat hier ook over verbinding tussen alle mensen”, zegt hij. “Leisner organiseerde voor de oorlog in 1934 in Groesbeek een groot vakantiekamp voor katholieke jongeren uit de regio Kleve. Nu verdiepen wij, Nederlanders, ons in een Duitse zalige. Het gaat hier over verbinding tussen twee volken.”
“Leisner en Brandsma kwamen op voor alles en iedereen. En dat is ook wat wij van deze zaligen kunnen leren. Daarom is het goed om aandacht voor deze grote figuren te hebben.”
Eind 2018 richtte Giesbers de Karl Leisner/Titus Brandsma-werkgroep op, die begin dit jaar een brochure publiceerde over het onderzoek naar een eventuele ontmoeting tussen de twee zaligen. De brochure zou tijdens een symposium worden gepresenteerd, maar dit kon vanwege de coronapandemie vooralsnog niet plaatsvinden.
In 2017 kwam er in Groesbeek op initiatief van Giesbers en Scholten een informatiebord over Leisner.