De vier bewoners van het Dominicanenklooster in Zwolle zijn deze maand verhuisd vanwege de aanstaande renovatie van het klooster. De verhuis is niet definitief: over drie jaar keren ze terug. Ondertussen blijven ze hun liturgische taken voor de gemeenschap vervullen.
Het Stadsfonds Zwolle, de beheerder van verschillende erfgoedlocaties in de stad, gaat in de komende drie jaar het Dominicanenklooster renoveren, waarbij de nadruk op verduurzaming zal liggen. De vier dominicanen die het klooster bewonen, hebben daarom een tijdelijk onderkomen gevonden in een huis dat hen door een parochiaan is aangeboden.
“Aanvankelijk hadden de broeders de indruk dat ze tijdens de renovatie in het klooster konden blijven wonen, maar dat bleek toch niet mogelijk te zijn”, vertelt Henk Vogel, verantwoordelijke voor het culturele programma van het Dominicanenklooster. “Een welwillend iemand heeft toen dat huis beschikbaar gesteld.”
“Door de verbouwing ontstaat er veel onrust rond het gebouw”, aldus Vogel. “De afstand geeft de broeders rust.” Ver weg zijn de bewoners overigens niet: hun tijdelijke onderkomen ligt op een steenworp afstand van hun vertrouwde stek.
Het Dominicanenklooster vervult verschillende functies in Zwolle. Er vinden culturele evenementen plaats, maar ook is het een belangrijk liturgisch centrum voor de stad; de weekendvieringen trekken wekelijks zo’n 350 mensen. Beide functies zullen tijdens de verbouwing in stand worden gehouden.
De broeders blijven de Eucharistie vieren in het klooster en zullen ook het dagelijkse avondgebed daar doen, aldus Vogel. Het ochtendgebed bidden ze thuis. “Hun woonsituatie overbrugt de spiritualiteit van het klooster, die juist door hun dagelijkse aanwezigheid duidelijk blijft.”
De vier bewoners zijn allemaal over de tachtig. De oudste, broeder Dominicus Zorn, woont al 63 jaar in het klooster. De tijdelijke verhuizing viel hen dan ook niet makkelijk, aldus Vogel, maar wat helpt is dat de broeders “zich gedragen voelen door de gemeenschap”.
Door de hulp van vele vrijwilligers bij de verhuis, het tijdelijke onderkomen dat de broeders “een geschenk uit de hemel” hebben genoemd en de doorgang van het liturgische leven, blijven de broeders dan ook verbonden met hun omgeving, vertelt Vogel. “Ze blijven middenin de gemeenschap staan.”