Een kunstwerk in een museum in de Estse stad Tartu heeft forse kritiek uitgelokt van de lutherse aartsbisschop van het land.
Het gaat om een afbeelding van Onze-Lieve-Vrouw van Genade, geprojecteerd op een scherm in een glazen kist, meldt de Catholic Herald. Als bezoekers tegen de sokkel schoppen waar de kist op bevestigd is, valt het virtuele Mariabeeld in scherven uiteen, waarna het woord ‘Reformatie’ verschijnt.
Op zijn Facebookpagina meldt het Nationaal Museum van Estland dat het gaat om een “artistieke weergave van het thema beeldenstorm”.
Hoewel het werk deel uitmaakt van een tentoonstelling over de Reformatie in het Baltische land, kan het de goedkeuring niet wegdragen van aartsbisschop Urmas Viilma, hoofd van de Estse Evangelisch-Lutherse Kerk. Hij is van mening dat het werk godsdienst belachelijk maakt en de gevoelens van gelovigen kwetst.
Viilma schreef volgens de Catholic Herald op Facebook: “Ik betwijfel zeer of dit werk geschikt is voor de permanente collectie van het Nationaal Museum van Estland, zelfs als het vanuit technisch oogpunt of vanuit het perspectief van moderne benadering van het afbeelden van historische gebeurtenissen interessant is.”
Ook schreef hij: “De maagd Maria is voor een enorm aantal gelovigen niet een historisch figuur of gebeurtenis, in vergetelheid geraakt, maar vandaag een realiteit. De bespotting was een belediging voor de gevoelens van gelovigen.”
“Onze-Lieve-Vrouw”, ging de aartsbisschop verder, “is niet enkel een figuur of een idee, maar een echte heilige die bij God woont. Ze is altijd aanwezig bij de gelovigen op aarde en is voorspreekster namens ons. Ze is de ultieme incarnatie van een vrouw, zondeloos en heilig, en de Moeder van God. Als zodanig verdient ze het grootst mogelijke respect, niet met disrespect te worden behandeld.”
“Hoewel bezoekers een virtuele afbeelding van een beeld verwoesten, en Onze-Lieve-Vrouw op geen enkele manier kunnen schaden, is het ontheiligen van haar beeltenis toch onacceptabel. Zelfs vanuit onderwijsperspectief.”
De Reformatie, schreef de lutherse aartsbisschop, “was voornamelijk een politieke en economische beweging, aanvullend op een religieus schisma. Onze-Lieve-Vrouw was geen deel van dat kwaad. Haar rol in onze wereld diende om onze redding te faciliteren. Zij verdient niet dat haar heilige naam of haar beeltenis wordt ontheiligd”.
Ook vanuit de politiek klonk kritiek, bij monde van Mart Helme, voorzitter van de oppositionele Conservatieve Volkspartij. Hij was in de jaren negentig ambassadeur namens Estland in Rusland en zei dat er een sterke reactie vanuit de Russisch-sprekende gemeenschap zou komen.
“De meeste Russen die in Estland wonen zijn actief religieuze mensen en hun integratie wordt niet geholpen door op staatsniveau goedgekeurde religieuze belediging”, aldus Helme. Hij vroeg om verwijdering van het kunstwerk.
Estland werd in de zestiende eeuw grotendeels luthers. Een fors deel van de bevolking gaf in de volkstelling van 2011 aan geen religieuze binding te hebben. 108.000 Esten zeiden luthers te zijn, 4500 Esten zijn naar eigen zeggen katholiek. (CH)