De jezuïetenorde heeft maatregelen genomen tegen een prominent lid vanwege beschuldigingen van geestelijk en seksueel misbruik van volwassenen in de vroege jaren 90. Opvallend genoeg had het Vaticaan de zaak net geseponeerd omdat die verjaard was.

De Sloveense jezuïet Marko Rupnik, een gerenommeerd kunstenaar wiens mozaïeken kapellen sieren in het Vaticaan, in heel Europa, in de Verenigde Staten en Australië, mag geen biecht horen of geestelijke begeleiding geven na wat de jezuïeten, zonder in detail te treden, omschreven als “klachten over zijn pastoraat”.

Geen minderjarigen

Volgens Italiaanse media gaat het om beschuldigingen van geestelijk en seksueel misbruik van volwassen leden van een religieuze vrouwenorde in Slovenië, waarvan hij de geestelijk leidsman was. Het misbruik zou plaats hebben gevonden tijdens ignatiaanse retraites die Rupnik begin jaren 90 aan de zusters gaf.

In een verklaring benadrukt de jezuïetenorde dat er “geen minderjarigen” bij betrokken zijn.

Onafhankelijk onderzoek

De klacht tegen Rupnik werd in 2021 gemeld bij het Dicasterie voor de Geloofsleer, die de Sociëteit van Jezus verzocht om een onderzoek in te stellen. De jezuïeten stelden hiervoor een onafhankelijke derde aan, en hebben Rupnik lopende het onderzoek preventief geschorst van pastorale activiteiten.

Begin oktober van dit jaar heeft het Dicasterie voor de Geloofsleer de zaak gesloten omdat de verjaringstermijn was verstreken. Op basis van de in het onderzoek gepresenteerde feiten besloten de jezuïeten echter dat de schorsing van Rupnik ook na dit besluit gehandhaafd blijft, zo blijkt uit hun verklaring. Dat betekent dat hij tot nader order geen biecht mag horen of mensen mag begeleiden bij de Geestelijke Oefeningen, een intensieve retraite zoals beschreven door de ordestichter Ignatius van Loyola.