De prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer weerspreekt het idee dat paus Franciscus in zijn pogingen tot hervormingen in het Vaticaan wordt tegengewerkt vanuit de Romeinse curie.
In een interview met de Corriere della Sera zegt kardinaal Gerhard Müller: “Ik denk dat we een einde moeten maken aan dit cliché: het idee dat er aan de ene kant de paus is, die hervorming wil, en aan de andere kant een georganiseerd verzet dat dit wil blokkeren.”
Müller reageerde op de kritiek van Marie Collins, die de Pauselijke Commissie ter Bescherming van Minderjarigen verliet omdat die tegengewerkt zou worden door leden van de Romeinse curie en in het bijzonder de Congregatie voor de Geloofsleer.
Volgens de kardinaal werkte zijn Congregatie samen met die commissie en vervulde intussen haar eigen taak: toezien op de uitvoering van kerkrechtelijke processen tegen priesters die van misbruik zijn beschuldigd.
In reactie op een specifieke klacht van Collins zei kardinaal Müller dat de Congregatie niet op iedere klacht over misbruik antwoordt, omdat dat de taak van lokale bisschoppen is.
“Persoonlijk contact met de overlevenden wordt beter gedaan door de lokale herders”, aldus Müller, die toevoegde dat zijn instantie de lokale bisschop altijd vraagt om de slachtoffers te antwoorden.
Een andere klacht van Collins was dat er, ondanks een advies van de commissie, geen tribunaal is ingesteld voor bisschoppen die nalatig zijn bij het beschermen van minderjarigen. Volgens kardinaal Müller heeft de Congregatie voor de Bisschoppen al de bevoegdheid om in zulke gevallen disciplinaire actie te ondernemen.
De oplossing, zei hij, komt uiteindelijk echter niet uit disciplinaire maatregelen voort maar uit “een totale mentaliteitsverandering”. (CC)
