De zaligverklaring van paus Johannes Paulus I komt steeds dichterbij. Dinsdag buigt de Congregatie voor Zalig- en Heiligverklaringen zich over de vraag naar de ‘heldhaftige deugdenbeoefening’ door Albino Luciani (1912 – 1978). Diezelfde dag verschijnt een boek dat claimt de oorzaak van diens plotse dood te hebben achterhaald.
Dat schrijft vaticanist Andrea Tornielli van La Stampa. Hij stelt ook dat paus Franciscus het decreet van de heldhaftige deugdenbeoefening van zijn voorganger op dinsdag of woensdag zal tekenen, en ddat er twee mogelijke wonderen op voorspraak van ‘JP I’ onderzocht worden.
Het pontificaat van paus Johannes Paulus I is met 33 dagen een van de kortste uit de geschiedenis van de Kerk. Over de oorzaak van zijn overlijden is veel gespeculeerd.
In het dinsdag te verschijnen boek Paus Luciani. Kroniek van een dood stelt journaliste Stefania Falasca nu dat de paus stierf als gevolg van een verontachtzaamde ziekte. Falasca is tevens vicepostulator van het zaligverklaringsproces van Albino Luciani.
Op basis van geheime documenten, het medisch dossier en verklaringen van niet eerder gehoorde getuigen schrijft ze dat de paus kort voor zijn laatste diner vijf minuten lang forse pijn op zijn borst had. Er werd geen arts gebeld, volgens de priester die bij hem was omdat de paus zelf dat niet wilde. Ook kreeg hij geen medicatie.
Een probleem met de kransslagader zou hem fataal worden. De paus werd de volgende ochtend, 29 september 1978, dood in zijn bed gevonden door twee zusters die hem assisteerden.
Een van hen, de nu 76-jarige zuster Margherita Marin, beschrijft volgens Tornielli in het boek hoe de paus haar in de middag van de 28e bezig zag. “Ik herinner me dat hij me zag strijken en zei, ‘Zuster, ik laat u veel werken… doe geen moeite het hemd zo goed te strijken, want het is warm, ik zweet en moet ze vaak vervangen… strijk gewoon de boord en de polsen, want de rest is niet zichtbaar, weet u…”
Uit ongepubliceerde documenten die aan het boek zijn toegevoegd blijkt volgens Tornielli dat de paus in 1975, toen hij patriarch van Venetië was, al eens werd behandeld voor lichte hartproblemen. Die werden na behandeling als opgelost beschouwd.
Albino Luciani werd in 1935 priester gewijd. In 1958 werd hij bisschop van Vittorio Veneto en eind 1969 werd hij benoemd tot patriarch van Venetië. In 1973 werd hij kardinaal gecreëerd door paus Paulus VI, de paus die hij zelf in 1978 zou opvolgen, waarbij hij de naam Johannes Paulus I aannam.
Met zijn plotse overlijden werd 1978 een ‘driepausenjaar’: de kardinalen kozen nog in dat jaar de Poolse kardinaal Karol Woytila tot paus. Hij koos de naam Johannes Paulus II. Zijn pontificaat werd een van de langste uit de geschiedenis van de Kerk. (La Stampa/KN)