Om illegale verkoop tegen te gaan, wordt het befaamde Westvleteren-trappistenbier in Nederland voortaan via slijterijen verkocht. De broeders van de Sint-Sixtusabdij willen hiermee de lucratieve handel met hun bier aan banden leggen, omdat die volgens hen haaks staat op hun waarden.

De cisterciënzers van de Sint-Sixtusabdij in het Vlaamse Westvleteren brouwen drie trappistenbieren: Blond, 8 en 12. Alle drie de variëteiten worden door bierkenners zeer hoog aangeschreven, maar zijn enkel op bestelling aan de abdijpoort verkrijgbaar gedurende een korte periode in het jaar.

Door die combinatie van populariteit en schaarste is in Nederland een lucratieve woekerhandel ontstaan, waarbij flesjes trappist voor hoge bedragen aan winkels, cafés en restaurants worden doorverkocht.

‘Woekerpraktijken’

Om die illegale handel tegen te gaan, zal het trappistenbier voortaan via een aantal slijterijen aan particulieren verkocht worden. “Deze woekerpraktijken staan lijnrecht tegenover de waarden van de gemeenschap”, meldt de abdij. “De broeders willen namelijk dat zoveel mogelijk mensen van hun trappistenbieren kunnen genieten tegen een normale, eerlijke prijs.”

Via een importeur in het Zeeuwse Hulst zal het bier over Nederland verdeeld worden. Het gaat vooralsnog om een proefperiode van een jaar.

Geen winstoogmerk

Van de vijf Belgische trappistenbieren is Westvleteren veruit het zeldzaamst. De twintig broeders van de Sint-Sixtusabdij in de gelijknamige West-Vlaamse plaats volgen de kloosterregel van de heilige Benedictus, die voorschrijft dat monniken via handenarbeid in hun eigen levensonderhoud moeten voorzien.

De cisterciënzers brouwen daarom niet met een winstoogmerk, maar enkel voor hun eigen levensonderhoud en de salarissen van de leken die bij de brouwerij werkzaam zijn. Zodoende produceert de abdij jaarlijks slechts 7.500 hectoliter bier, oftewel ruim twee miljoen flessen.