In Zuid-India hebben zich vorige week twee nieuwe incidenten voorgedaan van antichristelijk geweld, meldt AsiaNews.
Op 18 augustus werd in Karnataka een evangelische christen aangevallen, twee dagen later belaagde een menigte hindoe-extremisten een Pinksterkerk in Kerala, en zaaide paniek onder de gelovigen.
Volgens de voorzitter van de Wereldraad van Indiase Christenen (GCIC), Sajan George, is er sprake van “toenemende intolerantie en agressie jegens de kleine pinkstergemeenschap”. Maar “zij doen wat hen volgens de grondwet is toegestaan.”
De geweldsincidenten van vorige week zijn slechts de jongste in een aanhoudende reeks. Evan Mamang Kipgen (26) werd aangevallen in Bangalore toen hij bij een vriend thuis had gebeden. Onbekenden sloegen en schopten hem tot vrienden van het slachtoffer gealarmeerd door diens geschreeuw poolshoogte kwamen nemen. De aanvallers, die een onbekend dialect spraken, gingen er toen vandoor.
Twee dagen later werd de Sharon Fellowship Town Church in Kodungallur in de deelstaat Kerala aangevallen. Het ging waarschijnlijk om leden van de ultranationalistische paramilitaire hindoegroep Rashtriya Swayamsevak Sangh (RSS).
Volgens dominee Roy Shepherd ergeren de extremisten zich de laatste vijf jaar steeds meer aan hun zondagsdiensten. Shepherd is met zijn vrouw naar de politie gegaan om aangifte te doen. Veel van zijn gelovigen zijn bang en voelen zich onveilig.
“In India doen pastores niets illegaals en verstoren evenmin de openbare orde. Antichristelijke leiders daarentegen plegen zonder enige aanleiding geweld”, aldus GCIC-voorzitter George. Volgens hem is het de overheid zelf “die de kleine en onschuldige christelijke minderheid opjaagt. Dit is allemaal erg verontrustend.”
