De deze week vrij gekomen pater Tom Uzhunnalil blikte zaterdag in Rome terug op de achttien maanden dat militanten hem gevangen hielden.
Hij zat in een kamer op een hem onbekende plek toen hij onverwacht nieuws kreeg. “Zij die me vasthielden, kwamen naar waar ik sliep: ‘Ik breng je goed nieuws. We sturen je naar huis. Als je naar de wc moet, ga. Neem een douche, maar snel!’”
De Indiase salesiaan werd op 4 mei 2016 ontvoerd bij een aanval op een huis voor bejaarden en gehandicapten in de Jemenitische stad Aden. Zestien mensen werden bij die aanval vermoord, onder wie vier van de zusters van Moeder Teresa die het huis runden.
Bij het zien van zusters van Moeder Teresa, kreeg pater Uzhunnalil het te zwaar. Hij condoleerde hen en bedekte zijn ogen terwijl de tranen hem over het gezicht stroomden.
Daarna zei hij: “Ik dank de Almachtige God voor deze dag, dat Hij me veilig, gezond en helder van geest gehouden heeft; mijn emoties waren tot nu toe onder controle. Ik wil niet te veel over de zusters spreken omdat ik te emotioneel wordt.”
Wie hem ontvoerde, en waarom hij niet ook vermoord werd: de priester weet het nog altijd niet.
“Waarom ze mij niet vermoordden, waarom ze mijn handen niet vastbonden, ik weet het niet. Misschien wilden ze losgeld of wat het ook is. Ik geloof alleen dat God dat misschien in hun hoofden had gestopt toen ik zei, ‘Ik ben Indiër’ (enkele van de weinige Arabische woorden die hij kent – red.), en ze me dwongen daar te zitten terwijl ze de anderen vermoordden, de zusters”.
Nadat ze hem in de kofferbak van hun auto hadden gestopt, plunderden de aanvallers de kapel van het huis. Het tabernakel werd, ingepakt in altaarlinnen, bij de priester gelegd.
Pater Uzhunnalil vond “vier of vijf kleine hosties” in het tabernakel, die hij bewaarde om een aantal dagen de Mis te kunnen vieren.
Toen ze op waren, bleef hij op de momenten dat hij alleen was de Mis bidden. Zonder brood en wijn, maar “ik bad tot God om mij die zaken geestelijk te geven”.
Het grootste deel van zijn tijd bracht hij biddend door, voor de paus, zijn bisschop, zijn medesalesianen en “zeker die zusters, al die mensen die God had geroepen” op de dag van zijn ontvoering.
Pater Tom vond, zo zei hij, troost in de tekst van een hymne, die hij in zijn kamer zong: ‘Geef me alleen de kracht om iedere dag te doen wat ik moet doen. Gisteren is verdwenen, dierbare Jezus, en morgen is wellicht nooit de mijne. Heer, help me vandaag, wijs me de weg, een dag tegelijk.”
Op 11 september hoorde pater Uzhunnalil dat hij vrij zou komen. Hij werd geblinddoekt meegenomen op een lange rit, maar er was iets verkeerd gegaan en hij werd teruggebracht.
Die nacht werd hij opnieuw geblinddoekt naar de plek gebracht, waar hem in een andere auto een foto werd getoond: “Ben jij dit?” Op zijn bevestigend antwoord begon de chauffeur aan een rit van meer dan een dag door de woestijn: “Nu ben je vrij, nu ben je veilig.”
Pater Uzhunnalil werd naar de hoofdstad van Oman gebracht. Over wat er is afgesproken om hem vrij te krijgen, weet hij weinig, maar hij is de mensen die eraan hebben meegewerkt dankbaar, onder wie mensen in het Vaticaan, inclusief paus Franciscus.
Pater Uzhunnalil bezocht hem dinsdag, voor een ontmoeting waarin Franciscus onder meer de handen van de priester kuste.
“Ik heb dat nooit verdiend”, blikte pater Uzhunnalil terug op dat moment. “Ik ben God alleen maar dankbaar voor zijn (Franciscus’ – red.) zegeningen, ik ben er zeker van dat hij veel voor me gebeden heeft.”
Zelfs de gijzelnemers wisten van de inspanningen van de paus, wat voor pater Uzhunnalil reden tot hoop was.
“Een van de gijzelnemers vertelde me: ‘De paus heeft gezegd dat je snel bevrijd zult worden, maar er gebeurt nog niets.’ Daardoor wist ik dat de hele wereld daar was, de hele Kerk daar was, dat de wereld bezorgd over me was. Ik ben dus dankbaar.” (CNS)