“Gods liefde verlangt van ons dat wij ieder van onze broeders en zusters het allerbeste van onszelf geven, zelfs degenen die in de laatste fasen van hun leven verkeren.”
“Naastenliefde kan niet gereserveerd worden voor buitengewone momenten, maar moet een constante in ons bestaan worden”, aldus de paus.
“Daarom moeten wij de zieken, zelfs in de laatste fase, alle mogelijke hulp geven. Daarom zijn ongeboren kinderen altijd welkom; daarom moet, uiteindelijk, het leven altijd beschermd en bemind worden vanaf de conceptie tot zijn natuurlijke einde. En dit is liefde.”
Beschikbaar zijn “voor iedere broeder en zuster, wie hij ook is of in welke omstandigheden hij ook verkeert”, is de manier waarop katholieken Christus’ liefde kunnen betonen, aldus de paus. Allereerst aan de meest nabije mensen: in het gezin, de gemeenschap, het werk en op school.
Deze liefde roept mensen ook op om de ouderen te beschermen als een “kostbare schat”, ook al is het economisch moeilijk of ongemakkelijk om dat te doen.
“Wij worden door God in Jezus Christus bemind, die ons vraagt elkaar lief te hebben zoals Hij ons heeft liefgehad.” Dat is onmogelijk tenzij wij “hetzelfde hart” hebben als Christus, dat wij verwerven door deelname aan de Eucharistie. “Dat heeft als doel om in ons het Hart van Christus te vormen, zodat ons hele leven wordt geleid door zijn edelmoedigheid.”
In zijn meditatie vroeg de paus ook om de voorspraak in te roepen van de heilige Maagd Maria “om in de liefde van Jezus te blijven en te groeien in liefde voor allen, vooral voor de zwaksten, en volledig gevolg te geven aan onze christelijke roeping.” (CNA)