Paus Franciscus sprak bij de plenaire vergadering van de Italiaanse bisschoppen over de kenmerken van een goede priester.
Franciscus sprak daar gisteren over bij de opening van de bijeenkomst. Thema van de plenaire vergadering van de Italiaanse bisschoppen is de ‘hernieuwing van de clerus’.
De paus nodigde de bisschoppen uit om naar hun priesters te luisteren en “de vele pastoors die alles geven in hun gemeenschappen” nabij te zijn.
Hij herinnerde eraan dat de culturele context vandaag de dag anders is. “Vaak zijn wij deze tijd aan het betreuren, op een verbitterde en beschuldigende toon”. Maar, zegt Franciscus, “hoeveel mensen ontmoeten we niet die angstig zijn vanwege een gebrek aan referentiekaders om naar op te zien!”.
Op dit punt kan de priester “van betekenis worden, want hij is anders, een alternatief”, zei Franciscus en hij benoemde een aantal kenmerken van een goed priester. “Zo is onze priester geen bureaucraat”, hij wordt niet gedreven “door de criteria van de efficiëntie”.
Hij is iemand die niet van zijn stuk wordt gebracht door de kwetsbaarheid van de menselijke ziel. “Hij weet dat de liefde alles is.”
“Hij is een man van vrede en van verzoening”, ging de paus verder, met een “eenvoudig” leven. “Altijd beschikbaar” voor de mensen, want “in deze tijd die arm is aan sociale vriendschappen is het onze eerste taak om een gemeenschap op te bouwen”.
De priester “is iemand die zich helemaal geeft” benadrukte Franciscus. “In de concrete situatie waarin het leven en het dienstwerk hem hebben geplaatst, biedt hij zich vrij aan, met bescheidenheid en vreugde”.
“Ook als niemand het lijkt op te merken”, voegde de paus toe. “Ook wanneer hij aanvoelt dat, menselijkerwijs, misschien niemand hem voldoende zal bedanken voor het feit dat hij zich grenzeloos geeft”.
Hij is een man die gericht is op het Rijk Gods, dat is “zijn vreugde, de horizon die ervoor zorgt dat hij de rest kan relativeren, zorgen en angsten kan wegnemen, vrij kan blijven van illusies en pessimisme; de vrede in het hart kan bewaren en die kan verspreiden met zijn daden, zijn woorden, zijn gedrag”. (KN/VI)
