Tijdens de algemene audiëntie van 3 augustus sprak paus Franciscus over zijn recente reis naar Canada.
Beste broeders en zusters, goedemorgen!
Vandaag wil ik enkele gedachten met jullie delen over de apostolische reis die ik de afgelopen dagen naar Canada heb gemaakt. Het was een reis zoals geen ander. In feite was de belangrijkste reden om ernaar toe te gaan de oorspronkelijke volkeren te ontmoeten om hun mijn nabijheid en verdriet te betuigen, en om vergeving te vragen.
Om vergiffenis smeken voor het leed dat hen is aangedaan door de christenen, onder wie veel katholieken, die in het verleden hebben meegewerkt aan het gedwongen assimilatie- en heropvoedingsbeleid van de regeringen van die tijd.
In die zin is er in Canada een weg ingeslagen naar een nieuw hoofdstuk op de reis die de Kerk al lange tijd samen met de inheemse bevolking onderneemt. Het motto van deze reis – ‘Samen op weg’ – verklaart dan ook het een en ander.
Een reis van verzoening, van genezing, die historische kennis veronderstelt, het luisteren naar overlevenden, bewustwording en bovenal bekering, een mentaliteitsverandering.
Uit diepgravend onderzoek blijkt enerzijds dat sommige mannen en vrouwen van de Kerk tot de meest doortastende en moedige voorvechters van de waardigheid van de inheemse volkeren hebben behoord; ze kwamen voor hen op en droegen bij aan de kennis van talen en culturen.
Anderzijds heeft het helaas niet ontbroken aan christenen, dat wil zeggen priesters, religieuzen en leken, die hebben deelgenomen aan programma’s waarvan wij vandaag de dag begrijpen dat ze onaanvaardbaar en zelfs strijdig met het Evangelie zijn. En hiervoor ben ik vergeving gaan vragen in naam van de Kerk.
“Er waren veel vreugdevolle momenten, maar de toon van het geheel was bezinning, berouw en verzoening”
Het was dus een boetvaardige pelgrimstocht. Er waren veel vreugdevolle momenten, maar het gevoel en de toon van het geheel was bezinning, berouw en verzoening. Vier maanden geleden ontving ik vertegenwoordigers van de oorspronkelijke volkeren in het Vaticaan, in afzonderlijke groepen: er waren in totaal zes bijeenkomsten, allemaal om deze reis voor te bereiden.
Er waren drie grote etappes van de pelgrimstocht: de eerste, in Edmonton, in het westen van het land. De tweede, in Québec, in het oosten. En de derde in het noorden, in Iqaluit, op ongeveer driehonderd kilometer van de poolcirkel.
De eerste bijeenkomst vond plaats in Masqwacis, wat “de heuvel van de beer” betekent, waar leiders en leden van de belangrijkste inheemse groepen – First Nations, Métis en Inuit – uit het hele land naartoe waren gekomen. Samen haalden wij herinneringen op: goede herinneringen aan de duizendjarige geschiedenis van deze volkeren, in harmonie met hun land.
Dat is een van de mooiste dingen van de oorspronkelijke volkeren, de harmonie met het land. Ze zullen de schepping nooit mishandelen, nooit. In harmonie met de aarde. En we hebben ook de pijnlijke herinneringen opgehaald aan het misbruik dat zij hebben doorstaan, zelfs in residentiële scholen, als gevolg van het culturele assimilatiebeleid.
Na de herinneringen, was de tweede stap van onze reis de verzoening. Geen compromis tussen ons – dat zou een illusie zijn, een aanfluiting – maar een verzoening door Christus, die onze vrede is (vgl. Ef. 2,14). We hebben dit gedaan door als referentie de figuur van de boom te nemen, die centraal staat in het leven en de symboliek van de inheemse volkeren.
Herinnering, verzoening, en dus genezing. Wij hebben deze derde etappe van de reis beleefd aan de oevers van het meer van St.-Anna, op de feestdag van de heiligen Joachim en Anna. Wij kunnen allen putten uit Christus, de bron van levend water, en daar, in Jezus, zien wij de nabijheid van de Vader die ons genezing van wonden schenkt en ook vergeving van zonden.
Uit deze reis van herdenking, verzoening en genezing ontspringt hoop voor de Kerk, in Canada en overal elders. En dan zien we de leerlingen van Emmaüs, die na met de opgestane Jezus te hebben gewandeld, met Hem en vanwege Hem, overgingen van mislukking naar hoop (vgl. Lc. 24,13-35). (Vertaling Susanne Kurstjens)