Leden van vier partijen hebben Kamervragen gesteld over de Ranglijst Christenvervolging die Open Doors onlangs publiceerde. Net als vorig jaar willen ze van de regering weten hoe die bepaalde landen wil aanspreken op hun behandeling van christenen.
Naar aanleiding van de Ranglijst Christenvervolging, die hulporganisatie Open Doors op 18 januari gepubliceerd heeft, hebben Tweede Kamerleden van vier partijen Kamervragen over de lijst gesteld aan Wopke Hoekstra, de minister van Buitenlandse Zaken.
René Peters (CDA), Nicki Pouw-Verweij (JA21), Don Ceder (CU) en Kees van der Staaij (SGP) hebben dertien schriftelijke vragen ingediend tijdens het wekelijkse vragenuurtje in de Kamer.
Het viertal wil onder meer van minister Hoekstra weten welke mogelijkheden hij ziet voor initiatieven die geweld tegen christenen in West-Afrika tegengaan, of dat het mogelijk is om lijstaanvoerder Noord-Korea aan te spreken op de extreme vervolging die daar plaatsvindt en welke dreigingen hij ziet in de onderdrukking die de Chinese staat op minderheidsgroeperingen als christenen uitoefent.
Voor schriftelijke Kamervragen mag de ontvanger altijd enige tijd nemen om een antwoord te formuleren. Naar alle waarschijnlijkheid kunnen de indieners ergens in de eerste helft van februari een antwoord verwachten.
Kamervragen over de Ranglijst Christenvervolging zijn niet nieuw. In 2021 stelden leden van de ChristenUnie, het CDA en de SGP vragen en ook in 2022 werden Kamervragen ingediend door deze partijen plus JA21 en onafhankelijk Kamerlid Pieter Omtzigt.
In een aantal gevallen worden dezelfde vragen gesteld, waarop ook min of meer gelijkluidende antwoorden gegeven worden. Zo noemde minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok in 2021 de door Open Doors gesignaleerde ontwikkelingen “zeer zorgelijk”; zijn opvolger Wopke Hoekstra noemde de gesignaleerde trends in 2022 “zorgwekkend”.
Verder benoemen de ministers in hun antwoorden vooral de manieren waarop Nederland zich in verschillende landen inzet voor veiligheid. Kamervragen zijn dan ook niet in de eerste plaats bedoeld om de regering aan te sporen om ergens werk van te maken: ze zijn vooral een middel waarmee Kamerleden kunnen nagaan waar het kabinet zich mee bezig houdt.
In de Ranglijst Christenvervolging meldt Open Doors jaarlijks in welke landen en op welke manieren christenen wereldwijd met onderdrukking te maken hebben. De organisatie ziet dat de positie van christenen in de afgelopen dertig jaar sterk is verslechterd: ongeveer 360 miljoen christenen kunnen hun geloof niet in vrijheid beleven.
In Noord-Korea, Somalië en Jemen was de vervolging afgelopen jaar het hevigst: die landen vormen de top-drie van de ranglijst. Ook in de landen ten zuiden van de Sahara ziet Open Doors een sterke toename van de problemen.