De voorzitter van de Poolse bisschoppenconferentie heeft een recente serie aanvallen op geestelijken en kerkgebouwen veroordeeld. Ook verdedigden de Poolse bisschoppen zich tegen beschuldigingen dat de Kerk geweld aanwakkert tegen LGBT-groepen.
Volgens aartsbisschop Stanislaw Gadecki van Poznan maakt de Kerk zich in toenemende mate zorgen over de “steeds frequentere aanvallen van haat tegen gelovige mensen en priesters”.
Datzelfde geldt voor “de ontheiliging van sacrale gebouwen, religieuze plaatsen en objecten die zo belangrijk zijn voor katholieken. Hoewel verschillen in wereldbeeld evident zijn in iedere plurale samenleving, kunnen zij zulk onmenselijk gedrag niet rechtvaardigen”.
Zijn uitspraken volgen op een incident op 28 juli. In de Noord-Poolse stad Szczecin werd een priester aangevallen in de sacristie van een basiliek.
Volgens de autoriteiten braken drie mannen in in de kerk voordat de avondmis begon. Ze eisten liturgische kleding op van priester Aleksander Ziejewski om een homohuwelijk te houden. De drie zijn aangehouden.
Het was het meest recente in een reeks incidenten. Daaronder zijn het neersteken van een priester in een kerk in Wroclaw, en het parodiëren van katholieke riten en Maria-afbeeldingen door LGBT-activisten in Czestochowa, Gdansk, Krakow en andere steden.
In een brief aan Ziejewski schreef aartsbisschop Gadecki dat “het symbolisch en fysiek geweld” tegen Poolse katholieken escaleert. Hij riep “daders op terughoudendheid te tonen”.
In de afgelopen twee maanden werden in Polen tien kerken ontheiligd, stelt het in Krakau gebaseerde blad Polonia Christiana.
De Poolse radiojournaliste Malgorzata Glabisz-Pniewska zei tegen Catholic News service dat de incidenten het werk zijn van kleine groepen, die vaak “smakeloze, provocerende methodes” gebruiken.
Ze zei ook dat de “harde negatieve reacties” van de Kerk op homorechtenactivisten de intensiteit van de protesten lijken te hebben verhoogd. Kerkleiders hebben de eisen van de activisten volgens haar “voortdurend neergezet als een aanval op de christelijke cultuur en beschaving”.
Een woordvoerder van de Poolse bisschoppen zei op 29 juli dat de plotse stijging van het aantal aanvallen op katholieke plekken “ontolereerbaar” aan het worden is.
“In lijn met haar evangelische oproepen, respecteert de Kerk de waardigheid van iedere persoon zonder uitzondering – katholieken in Polen en wereldwijd hebben recht op hetzelfde respect”, aldus Pawel Rytel-Andrianik.
“Wij kunnen niet nalaten te reageren op vulgaire spot en een gebrek aan basaal respect richting de overtuigingen van miljoenen gelovigen die door deze activiteiten gekwetst zijn. Wij hebben een grondwettelijk recht om de waardigheid van een persoon gerespecteerd te zien, en de symbolen van ons geloof beschermd.”
Intussen werd aartsbisschop Tadeusz Wojda er door commentatoren en vertegenwoordigers van LGBT-groepen van beschuldigd geweld tegen een ‘gelijkheidsmars’ te hebben aangewakkerd.
Bij die mars, op 20 juli in Bialystok, zette de politie stungranaten en pepper spray in om agressieve tegendemonstranten in toom te houden, die beweerden de kathedraal van de stad te beschermen.
Het Poolse Katholiek Informatiebureau (KAI) bevestigde later dat de aartsbisschop de lokale katholieken weken geleden al had gewaarschuwd tegen de mars. Het voegde toe dat het gebruik van kruisen en rozenkransen door sommige tegendemonstranten op “grote afkeer” was gestuit.
Overigens veroordeelde aartsbisschop Wojda het politiegeweld.
Volgens een woordvoerder van het aartsbisdom Bialystok had de mars “kwade daden” losgemaakt aan beide kanten. Hij wees beweringen dat de Kerk “de agressie veroorzaakt” had, af.
“Andere gelijkheidsmarsen dit jaar in Warschau, Gdansk en Poznan, georganiseerd in naam van tolerantie en antidiscriminatie, hebben precies het tegenovergestelde laten zien: de vijandschap van LGBT kringen ten opzichte van het christendom”, aldus de woordvoerder.
“Zien we geen dubbele standaarden aan het werk”, vroeg hij, “wanneer heilige symbolen tijdens deze parades worden geschonden, naast lasteringen tegen God?”