De voormalige Servische president Slobodan Milošević is door het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag postuum vrijgesproken van oorlogsmisdaden die werden gepleegd tijdens de Bosnische oorlog van 1992 tot 1995.
Het International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia (ICTY), zoals het Joegoslaviëtribunaal officieel heet, stelt dat Milošević tijdens de Bosnische oorlog niet betrokken was bij een zogeheten ‘gezamenlijke misdadige onderneming’ tegen moslims en Kroaten.
Dat staat in de veroordeling door het Joegoslaviëtribunaal van de voormalige Bosnisch-Servische president Radovan Karadžić wegens oorlogsmisdagen. Karadžić is tot veertig jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens volkerenmoord tijdens de Bosnische oorlog.
In het in maart gepubliceerde 2615 pagina’s tellende oordeel meldt het Joegoslaviëtribunaal in punt 3460 dat er onvoldoende bewijs is voor de betrokkenheid van Milošević bij het plan om het gebied dat in handen was van de Bosnische Serviërs te zuiveren van moslims en Kroaten.
Volgens het Joegoslaviëtribunaal beschuldigde Milošević in maart 1992 Karadžić en de Bosnisch-Servische leiding openlijk van mensenrechtenschendingen en etnische zuivering.
Ook sprak de voormalige Servische president zich uit voor de bescherming van alle etniciteiten in het voormalige Joegoslavië, stelt het Joegoslaviëtribunaal.
Milošević werd in 1999 door het Joegoslaviëtribunaal aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. In 2001 werd hij in Belgrado gearresteerd. Vanaf 12 mei 2002 stond hij terecht voor het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag wegens verdenking van oorlogsmisdaden.
Hij zat destijds gevangen in een VN-cel in het Penitentiair complex Scheveningen. Milošević overleed op zaterdag 11 maart 2006 in zijn cel aan een hartaanval. (KN/novini.nl)