Het veranderen van de doopformule maakt dit sacrament ongeldig. Dat stelt het Vaticaan na vragen over de geldigheid van doopsels.
Het gaat specifiek om een doopsel dat uitgevoerd wordt met de doopformule “wij dopen jou…”, in plaats van de correcte doopformule “ik doop jou in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest”.
De eerste is niet geldig, omdat het de persoon van Christus is die via de bedienaar handelt, en niet de geloofsgemeenschap.
De Vaticaanse Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten publiceerde op 6 augustus een verklaring over het sacrament van het doopsel.
De verklaring was een reactie op vragen die het Vaticaan had ontvangen over de geldigheid van doopsels waarbij een gewijzigde doopformule werd gebruikt.
De congregatie kreeg specifiek de vraag of een doopsel geldig is als daarbij een formule is gebruikt die de nadruk wil leggen op het ‘gemeenschappelijke belang’ en de participatie van familie en andere aanwezigen bij het sacrament
Zo zouden er mensen zijn gedoopt met de doopformule “in de naam van vader en moeder, de peter en meter, de grootouders, familieleden, de vrienden en de geloofsgemeenschap dopen wij jou in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest”.
Een doopsel waarbij een dergelijke doopformule is gebruikt, is ongeldig, benadrukt de congregatie. Dit betekent dat de doopsels moeten worden overgedaan.
“De bedienaar heeft niet de autoriteit om de sacramentele formule naar eigen believen aan te passen”
Het wijzigen van “de vorm van de viering van een sacrament is niet enkel liturgisch misbruik (…), maar een vulnus (wond) die wordt toegebracht aan de kerkelijke gemeenschap en de herkenbaarheid van Christus’ handelen. In de ernstigste gevallen maakt dit het sacrament zelf ongeldig”.
Het wijzigen van de doopformule lijkt niet alleen te zijn gedaan om het gemeenschappelijke aspect te benadrukken. Men zou volgens de congregatie ook “het idee hebben willen vermijden dat de sacrale kracht in de priester is geconcentreerd, wat afbreuk doet aan de ouders en de gemeenschap”. Zulke veranderingen hebben echter “dubieuze pastorale motieven”.
“Niet alleen heeft de bedienaar, in het specifieke geval van het sacrament van het doopsel, niet de autoriteit om de sacramentele formule naar eigen believen aan te passen”, aldus de congregatie.
“Maar ook kan hij niet stellen dat hij handelt namens ouders, peetouders, familieleden en vrienden, en ook niet namens de geloofsgemeenschap die voor de viering bijeengekomen is.”
De congregatie vervolgt: “Als een bedienaar zegt: ‘ik doop jou…’, spreekt hij niet als een functionaris die een rol uitvoert die hem is toevertrouwd. Hij belichaamt vanuit zijn kerkelijk dienstwerk de aanwezigheid van Christus.” Het is namelijk Christus zelf die doopt.
De neiging om de sacramentele doopformule aan te passen wijst volgens de congregatie “op een gebrek aan begrip van de aard van het kerkelijk dienstwerk, dat altijd dienstbaar is aan God en zijn mensen, en niet draait om het uitoefenen van macht”.
De verklaring werd ondertekend door de prefect en de secretaris van de congregatie, respectievelijk kardinaal Luis Ladaria Ferrer en aartsbisschop Giacomo Morandi.
Zij lieten weten dat paus Franciscus hun verklaring op 8 juni heeft goedgekeurd en om de publicatie ervan had verzocht.