Een Vaticaanse diplomaat die in Washington werkzaam was, is teruggeroepen naar het Vaticaan. Hij is daar deel van een onderzoek dat te maken heeft met kinderporno, meldt nieuwsdienst CNS.
De Vaticaanse persdienst liet vrijdag weten dat het Vaticaan op 21 augustus bericht had gekregen van het Amerikaans ministerie van Buitenlandse Zaken. Dat meldde dat er sprake was “van een mogelijke schending van wetten met betrekking tot kinderpornografische afbeeldingen door een lid van het corps diplomatique van de Heilige Stoel met een accreditatie in Washington”.
“De Heilige Stoel heeft, het gebruik van soevereine staten volgend, de priester in kwestie teruggeroepen, die momenteel in Vaticaanstad verblijft”, aldus de persdienst. Volgens persbureau AP had het ministerie verzocht om de diplomatieke immuniteit van de man op te heffen. Volgens het ministerie werd dit geweigerd.
Onder de Weense conventie over diplomatieke relaties uit 1961 kunnen diplomaten in het land waarin zij werkzaam zijn niet gearresteerd of vastgezet worden. Het gastland mag vragen om opheffing van deze immuniteit, maar het thuisland mag dit weigeren, de diplomaat in kwestie terugroepen en zelf onderzoek en mogelijk vervolging instellen.
De identiteit van de priester werd niet onthuld. Die valt in de beginfase onder de “onderzoeksvertrouwelijkheid”, aldus het Vaticaan. Volgens het Vaticaanse jaarboek bestaat de diplomatieke staf van de nuntiatuur in Washington uit de nuntius, aartsbisschop Christoph Pierre, en drie priesters – een Indiër en twee Italianen.
Nadat het bericht kwam, is de informatie doorgegeven aan de promotor justitiae, de Vaticaanse hoofdaanklager, die een onderzoek is begonnen. Dat richt zich volgens Vaticaans woordvoerder Greg Burke met name op zaken betreffende “misdaden tegen kinderen”, in het bijzonder “kinderpornografie”.
Onder de Vaticaanse wet staat op het produceren of verhandelen of verkopen van kinderporno maximaal twaalf jaar cel en een boete van maximaal 250.000 euro. Paus Franciscus specificeerde in 2013 dat de regel ook van toepassing is op Vaticaanse medewerkers in het buitenland, onder wie diplomaten die in nuntiaturen werken.
Dit onderzoek staat los van de kerkrechtelijke maatregelen met betrekking tot priesters die beschuldigd worden van of schuldig bevonden zijn aan kindermisbruik of het bezit van kinderporno.
Die beschuldigingen worden onderzocht door de Congregatie voor de Geloofsleer. Onder de mogelijke straffen valt laïcisering, het uit het ambt zetten van een schuldig bevonden priester. (CNS)
