fbpx
<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Nieuws

Weigel: ‘Brexit logisch gevolg van God-tekort in EU’

KN Redactie 18 augustus 2016
image
Ernst-Wolfgang Böckenförde (Beeld: Bundesarchiv via Wikipedia)

De Brexit, het verlaten van de EU door het Verenigd Koninkrijk, wordt algemeen uitgelegd als een protest van de bevolking tegen hun elites.

Die hebben het land opgezadeld met immigratie, islamisering en globalisering, zonder zich om de werkelijke belangen van de natie op langere termijn te bekommeren.

Praktisch idee

Plausibel genoeg, aldus George Weigel in First Things. Toch is er een dieperliggende oorzaak. Hij wijst erop dat de EU teruggaat op een naoorlogs initiatief tot Europese samenwerking door staatslieden die doorgaans katholieke christenen waren. Door het aangaan van economische banden moesten de twee kemphanen Frankrijk en Duitsland zo afhankelijk van elkaar gemaakt worden, dat herhaling van een nieuwe wereldoorlog in Europa niet mogelijk zou zijn. “Het was een praktisch idee, het werkte, en het werd opgevat als eerste stap naar vormen van politieke samenwerking en integratie.”

Subsidiariteit

De veronderstelling hierbij was echter “dat er genoeg christelijke of Bijbelse cultuur in Europa over was gebleven om een democratisch pluralisme overeind te houden in een ‘unie’ van soevereine staten, die nationale en regionale verscheidenheid zou respecteren. En die christelijke of Bijbelse ‘rest’ hield het katholieke sociaal-ethische beginsel in van ‘subsidiariteit’: het idee dat de beslissingsmacht op het laagst mogelijke plaatselijke niveau gelaten zou worden.” Subsidiariteit is een begrenzer tegen de neiging van moderne staten om alle macht te centraliseren. Dat verklaart, aldus Weigel, “waarom het beginsel in 1931 door paus Pius XI het eerst werd geformuleerd, toen de schaduw van het totalitarisme door heel Europa langer werd.”

Pseudo-cultuur

Het is glashelder dat Bijbelse religie op de meeste plaatsen in Europa nu het onderspit gedolven heeft. Daarmee is “ook subsidiariteit en zijn respect voor verschillen geïmplodeerd”, aldus Weigel. “De leegte is opgevuld door een eenkleurige, antipluralistische notie van ‘democratie'”, die nu neerslaat in een “een geconcentreerde poging om een enkele politieke cultuur in Europa op te leggen”. Die kan het best beschreven worden als “de cultuur van de persoonlijke autonomie – de Cultuur van het Zelf.” Deze “pseudo-cultuur” is de “uitgeholde schaal van het christelijke personalisme dat ooit de Gasperi, Adenauer, Schumann, en de twintigste-eeuwse christendemocratische partijen in Europa” inspireerde. Het “democratisch tekort” van de EU is het politieke “bijproduct” van deze pseudo-cultuur.

God-tekort

Ook Weigel komt zo uit bij het Böckenförde Dilemma. Dit is genoemd naar de Duitse katholieke rechtsgeleerde Ernst-Wolfgang Böckenförde (geb. 1930). Deze stelde veertig jaar geleden al vast dat de moderne democratische rechtstaat berust op een sociaal kapitaal dat het zelf niet kan voortbrengen. “Het vergt een bepaald soort mensen, gevormd door een bepaald soort van cultuur om bepaalde deugden te beleven om de liberale democratie ervan te weerhouden te vervallen tot nieuwe vormen van dictatuur, inclusief de “dictatuur van het relativisme” (Joseph Ratzinger). Weigel: “Het Böckenförde Dilemma manifesteert zich voluit in de Europese Unie, die in diepe problemen is vanwege een democratisch tekort dat in wezen een subsidiariteitstekort is, veroorzaakt door een God-tekort.” (KN/First Things)