Missiezondag is een veelgebruikte dag voor een paus om nieuwe heiligen te verklaren. Dit zijn niet alleen mensen die hun leven hebben gewijd aan missiewerk in traditionele missiegebieden, maar ook vrouwen en mannen uit alle delen van de wereld en uit verschillende lagen van de samenleving.

Op 20 oktober 2024, tijdens de viering van Wereldmissiedag, zal Paus Franciscus veertien nieuwe heiligen uitroepen. Hier zijn korte biografieën van de aanstaande heiligen:

1. Giuseppe Allamano (1851–1926)

Giuseppe Allamano was een Italiaans priester en de neef van de heilige Giuseppe Cafasso. Hij had vier jaar lang de heilige Johannes Bosco, de oprichter van de Salesianen, als zijn geestelijk leidsman. In 1901 stichtte Allamano de Consolata-missionarissen en in 1910 de vrouwelijke tak van deze orde.

In 1873 werd hij priester gewijd voor het aartsbisdom Turijn. Na enkele maanden in een parochie te hebben gediend, werd hij gevraagd om te werken aan het seminarie van het aartsbisdom. Op 25-jarige leeftijd werd hij geestelijk leider van de seminaristen.

Later, als rector van het heiligdom van Onze Lieve Vrouw van Troost in Turijn, richtte hij een groep priesters op die bereid waren om als missionarissen te dienen. In 1902 vertrok de eerste groep naar Kenia.

2. Manuel Ruiz López en de Martelaren van Damascus

Vader Manuel Ruiz López en zes andere Spaanse franciscanen, samen met één Oostenrijkse franciscaan en drie maronitische lekenbroers, werden in de nacht van 9 op 10 juli 1860 vermoord door Druzen in het klooster en de kerk in Damascus, Syrië.

Vader Ruiz, de overste van het klooster, ging bij het binnendringen van de militanten naar de kerk om de eucharistische hosties te beschermen tegen ontheiliging. Hij werd doodgeschoten aan de voet van het altaar.

De andere heilige franciscanen zijn: Carmelo Bolta Bañuls, Engelbert Kolland, Nicanor Ascanio Soria, Nicolás María Alberca Torres, Pedro Nolasco Soler Méndez, Francisco Pinazo Peñalver en Juan Jacob Fernández.

De drie lekenbroers, Abdel Moati, Francis en Raphael Massabki, steunden de franciscanen vaak. Abdel Moati was een vader van vijf kinderen en werkte in de school van de broeders. Francis was zijdehandelaar, gehuwd en vader van acht kinderen. Raphael, die ongehuwd was, stond bekend om zijn toewijding aan gebed.

3. Marie-Léonie Paradis (1840–1912)

Geboren als Virginie-Alodie Paradis in L’Acadie, Canada, sloot zij zich aan bij de Marianieten van het Heilig Kruis, een congregatie van vrouwen die priesters ondersteunden door onderwijs en huishoudelijke diensten. Onder haar religieuze naam Marie de Sainte-Léonie, werd ze belast met onderwijstaken in Canada en later in een weeshuis in New York.

In 1880 stichtte ze de Kleine Zusters van de Heilige Familie, een gemeenschap die zich toelegt op de geestelijke en materiële ondersteuning van het priesterschap. Tegen 1896 telde de gemeenschap 91 zusters en kreeg officiële goedkeuring. Moeder Marie-Léonie stierf in 1912 in Sherbrooke, Canada.

4. Elena Guerra (1835–1914)

Elena Guerra, geboren in Lucca, Italië, was een vrome vrouw met een speciale toewijding aan de Heilige Geest. In haar geboortestad richtte ze een school op voor arme meisjes. Haar intense devotie tot de Heilige Geest ontstond toen ze op achtjarige leeftijd het vormsel ontving.

In 1882 stichtte ze de Oblaten van de Heilige Geest, een religieuze gemeenschap. Elena was bezorgd dat de toewijding aan de Heilige Geest verwaarloosd werd door veel christenen. Daarom schreef ze een pamflet, “Vrome Unie van Gebeden tot de Heilige Geest”, om de toewijding aan de Geest te bevorderen, met name in de aanloop naar Pinksteren. Ze stierf in 1914 en werd in 1959 door paus Johannes XXIII zalig verklaard.