De media-aandacht voor onze nieuwe paus Leo XIV is enorm. Ook Katholiek Nieuwsblad laat daarbij zijn stem klinken in het hart van ons medialand. Maar onze digitale infrastructuur is verouderd en kwetsbaar. Uw steun is nu onmisbaar voor een toekomstbestendig katholiek geluid.

“Een heel bijzondere ervaring”, noemt Anton de Wit het. Toen op 8 mei de witte rook boven de Sixtijnse Kapel verscheen, was de hoofdredacteur van Katholiek Nieuwsblad vrijwel direct op de nationale televisie te zien. “Ik was door de NOS gevraagd om tijdens het gehele conclaaf op hun nieuwsredactie te werken”, zo legt hij uit. “Zo kon ik bij witte rook direct in de live-uitzending commentaar en duiding geven.”

“Vanuit Hilversum hield ik die dagen contact met onze eigen redactie, want ook voor KN zelf moest natuurlijk veel gebeuren in de verslaggeving. Maar intussen hield ik met een schuin oog de schoorsteen in de gaten om gelijk de studio in te kunnen rennen. Dat was geweldig om mee te mogen maken, en ook wel spannend: je moet toch live op televisie, terwijl honderdduizenden mensen kijken, meteen iets zinnigs kunnen vertellen over de nieuwe paus. Maar gelukkig ging dat heel goed, en ontving ik veel positieve reacties, ook van onze eigen lezers die het gezien hadden.”

Sowieso mooi dat ook andere media KN weten te vinden, toch?

“Nou en of! We werden ontzettend vaak gebeld na het overlijden van Franciscus en het aantreden van Leo XIV; en lang niet alleen meer door collega’s bij confessionele omroepen, maar ook door seculiere media. Tijdens het conclaaf kreeg ik zelfs zo veel aanvragen van andere media, dat ik vaak nee moest verkopen. Ik ervaar dit als een groot compliment, omdat eruit blijkt dat onze deskundigheid in katholieke aangelegenheden ook buiten eigen kring gezien en gewaardeerd wordt.”

Maar weten daardoor ook meer lezers Katholiek Nieuwsblad te vinden?

“Daar is het me niet eens in eerste instantie om te doen, ik vind het gewoon belangrijk om een goed geïnformeerd katholiek geluid te kunnen laten horen in het bredere medialandschap. Maar zeker, we zien de laatste weken een opvallende nieuwe aanwas van abonnees voor zowel de weekeditie als KN Online. Dat komt natuurlijk niet enkel door die media-optredens; sowieso merken we iets van een hernieuwde belangstelling voor de paus en de katholieke Kerk in het algemeen. Ter illustratie: op die avond van de witte rook was de toestroom naar onze website zo enorm, dat die tijdelijk overbelast en onbereikbaar was.”

Oei, dat is wel jammer!

“Onze technici hadden het probleem gelukkig snel verholpen, hoor. Maar het toont behalve die nieuwe belangstelling nog iets anders aan: namelijk hoe kwetsbaar wij als klein katholiek nieuwsbedrijf zijn. In onze Paaseditie deden we niet voor niets een oproep om te doneren aan Arnulfus voor de digitale vernieuwing van KN. Want in technisch opzicht piept en kraakt onze website aan alle kanten, terwijl die wel steeds belangrijker wordt voor onze missie.”

Hoe was de respons op die oproep in de Paaskrant?

“We ontvingen warme steunbetuigingen, en veel kleine en ook enkele grotere giften van onze trouwe Arnulfus-donateurs. Daar zijn we erg dankbaar voor! Maar de genoemde € 35.000,- die we nodig hebben voor de technische vernieuwing hebben we eerlijk gezegd nog lang niet gehaald. Ik beluister bij sommige lezers ook dit geluid: ‘Ik heb zelf helemaal niks met al dat online gedoe, ik hecht aan mijn papieren krant, dus waarom zou ik bijdragen aan jullie website?’ Dat is een goede en begrijpelijke vraag.”

Hoe antwoord je daar op?

“Nou, heel simpel: het gaat ook niet alleen om u! Dat klinkt misschien onaardig, maar ik bedoel maar te zeggen dat we een gezamenlijke missie hebben om ons prachtige katholieke geloof door te geven aan volgende generaties. Dat moeten we dan ook doen met middelen die bij die generaties passen. Een investering in online is dan echt onmisbaar, nog ongeacht of u daar zelf gebruik van wilt maken. Ook wil ik benadrukken dat het absoluut niet zo is dat de investering in het digitale platform de papieren krant zou verdringen. Het tegendeel is eerder waar: zonder deze investering is het voortbestaan van onze krant – dus óók op papier – op termijn onzeker.

Wat voor paus Leo XIV geldt, geldt voor ons evenzeer, zo beseffen wij heel goed: nu de witte rook is neergedaald, begint het echte werk. We hebben onze trouwe lezers en gevers daar hard voor nodig.”