Het Vaticaan zal in de toekomst steeds minder vaak officieel erkennen dat een verschijning bovennatuurlijk is, aldus kardinaal Víctor Manuel Fernández. Uitspraken over vermeende bovennatuurlijke fenomenen zullen wel openbaar blijven worden gemaakt.

De Mariaverschijningen in Lourdes, Fatima en Guadalupe zijn officieel door het Vaticaan erkend als bovennatuurlijk. In de toekomst zal zo’n bevestiging echter “uitzonderlijk” zijn, zegt kardinaal Víctor Manuel Fernández, prefect van het Dicasterie voor de Geloofsleer.

‘Niet nodig’

In Alfa y Omega, de krant van het aartsbisdom Madrid, legt de kardinaal uit dat een uitspraak van het Vaticaan over de vraag of een gebeurtenis werkelijk bovennatuurlijk is “niet nodig lijkt, omdat het al lang duidelijk is dat zelfs een verklaring van bovennatuurlijkheid gelovigen niet verplicht om dergelijke fenomenen als van goddelijke oorsprong te accepteren”.

Wel zal zijn dicasterie doorgaan met het publiceren van uitspraken over het toestaan van devotie in verband met vermeende bovennatuurlijke fenomenen.

Nihil obstat

Sinds het dicasterie in mei nieuwe normen uitvaardigde voor het onderscheiden van vermeende bovennatuurlijke fenomenen, zijn er twee uitspraken gedaan over Mariaverschijningen door het dicasterie en zijn twee oude uitspraken openbaar gemaakt – waaronder een over de vermeende verschijningen die na de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam zouden hebben plaatsgevonden.

Volgens de nieuwe normen ligt de focus bij vermeende verschijningen niet meer op controleren of een gebeurtenis echt bovennatuurlijk is. In plaats daarvan wordt gekeken of de uitspraak nihil obstat gedaan kan worden. Dat houdt in dat devotie in verband met een vermeend bovennatuurlijk fenomeen toegestaan is, zonder dat het Vaticaan oordeelt of er ook sprake is van een bovennatuurlijke gebeurtenis.

Sneller proces

Kardinaal Fernández zegt dat officiële erkenning van de bovennatuurlijkheid van een gebeurtenis “alleen zou plaatsvinden als de paus, vanwege speciale interesse, erom zou vragen en er persoonlijk over zou beslissen”.

Hij voegt eraan toe dat het dicasterie nu in staat is om uitspraken sneller te publiceren. Volgens de oude normen duurde het onderzoeksproces veel langer vanwege de noodzaak om te verklaren of fenomenen bovennatuurlijk of van goddelijke oorsprong waren, maar “met de nieuwe methode bestaat die last niet meer en wordt de analyse eenvoudiger”.

‘Spirituele en pastorale vruchten’

De kardinaal legt uit dat de criteria voor een vermeende bovennatuurlijke gebeurtenis om een nihil obstat te krijgen de “spirituele en pastorale vruchten” zijn die voortkomen uit de gebeurtenis, samen met “de afwezigheid van kritische elementen die een negatieve invloed kunnen hebben op het volk van God”.

Oftewel: het fenomeen moet een positieve impact hebben op de geloofslevens van mensen en geen boodschappen uitdragen die in strijd zijn met het geloof of de moraal.