In navolging van een voorstel gedaan op de Amazonesynode, kondigde paus Franciscus aan plannen te hebben om een definitie van ecologische zonden in de officiële leer van de Kerk op te nemen.
“We dachten er aan, in de Catechismus van de Katholieke Kerk de zonde tegen ecologie, de ecologische zonde tegen ons gezamenlijk huis op te nemen”, zei hij aan deelnemers aan een congres over strafrecht op 15 november.
Paus Franciscus hekelde ook het misbruik van wetgeving om haat en geweld te rechtvaardigen.
De huidige wegwerpmaatschappij en andere “psychosociale fenomenen” bedreigen het algemeen welzijn en verspreiden verraderlijk de “haatcultuur,” zei hij. Deze bedreigingen nemen vaak de vorm aan van “symbolen en daden die bij het nazisme horen.”
De paus riep op tot een “elementair gevoel voor rechtvaardigheid, zodat de bedrijven die vaak verantwoordelijk zijn voor bepaald gedrag dat voor sociale problemen zorgt, niet onbestraft blijven.”
De ergste misdaad is volgens Franciscus wat men “ecocide zou kunnen beschouwen: het massaal vervuilen van lucht, land en water, het op grote schaal vernietigen van flora en fauna en elke actie die in staat is ecologische rampen te veroorzaken en een ecosysteem te vernietigen.”
Paus Franciscus riep de internationale gemeenschap op ecocide als “vijfde categorie van misdaad tegen de vrede” te erkennen.
“Ik wil alle leiders en verantwoordelijken in deze sector oproepen te helpen door moeite te doen zodat ons gezamenlijk huis juridisch wordt beschermd.”
In het slotdocument van de synode noemde de bisschoppen ecologische zonde een zonde tegenover God en de toekomstige generaties.
Een waar model van gerechtigheid is volgens de paus te vinden in “de perfecte incarnatie van het leven van Jezus” die na mishandeld en ter dood gebracht te zijn een “boodschap van vrede, vergeving en verzoening” bracht.
“Dit zijn waarden die moeilijk te bereiken zijn maar noodzakelijk voor het goede leven van een ieder”, aldus de paus. “Ik denk niet dat het een utopie is, maar een grote uitdaging. Een uitdaging die we moeten aangaan als we de problemen van onze beschaafde samenleving willen oplossen op een rationele, vredelievende en democratische manier.”