Bisschoppen hebben Vaticaanse toestemming nodig om de tridentijnse ritus in parochiekerken toe te staan, nieuwe parochies op te richten waar volgens deze ritus gevierd wordt, of priesters die na juli 2021 gewijd zijn toe te staan op deze wijze te vieren. Dat maakte het Vaticaan duidelijk in een recent document.
Die datum verwijst naar de verschijning van Traditionis Custodes, het document waarin paus Franciscus een aantal aspecten rond de liturgie van voor het Tweede Vaticaans Concilie aan banden legde.
Een bisschop die sindsdien dispensatie van enkele van die aangescherpte regels heeft verleend, moet daarover het Vaticaanse Dicasterie voor de Goddelijke Eredienst informeren. Die “zal de individuele zaken beoordelen”, blijkt uit een Vaticaans document dat dinsdag verscheen.
Het document, een zogeheten ‘rescript’, is een antwoord op een vraag die in Rome werd ingediend. Het werd ondertekend door de prefect van het dicasterie, kardinaal Arthur Roche. Hij sprak er maandag met paus Franciscus over, die er zijn goedkeuring aan verleende.
In Traditionis Custodes schrijft de paus dat de hervormde liturgische boeken van na het Tweede Vaticaans Concilie “de unieke uitdrukking zijn van de lex orandi (de ‘wet van het gebed’) van de Romeinse ritus”.
In het document herstelde de paus een eerdere plicht voor priesters om toestemming te vragen aan hun bisschop, alvorens de liturgie te vieren volgens het missaal van voor het Tweede Vaticaans Concilie. Ook droeg Franciscus bisschoppen op om geen nieuwe groepen of parochies op te richten in hun bisdommen die de liturgie volgens de oude boeken vieren.
De paus schreef destijds dat hij met zijn besluit “de eendracht en eenheid van de Kerk” wilde bevorderen.
Veel bisschoppen gaven daarop tijdelijke toestemming aan priesters om de tridentijnse ritus te blijven vieren terwijl zij zich op Traditionis Custodes bezonnen. Sommigen gaven daarna dispensatie van de regels, onder verwijzing naar een paragraaf in het document die bevestigt dat een bisschop in zijn eigen bisdom de liturgische vieringen mag reguleren.
Volgens persbureau CNA draait de kwestie om de toepassing van canon 87 van het kerkelijk wetboek. Daarin staat dat een bisschop gelovigen mag ontslaan van de plicht disciplinaire wetten te volgen als hij vindt “dat dit aan hun geestelijk welzijn bijdraagt”. Met een beroep daarop gaf een aantal bisschoppen wereldwijd de dispensaties rond de tridentijnse liturgie.
Hetzelfde kerkelijk recht bepaalt echter ook dat een bisschop hier geen beroep op kan doen als het gaat om dispensaties die aan de Heilige Stoel zijn voorbehouden. Het Vaticaan stelt nu dus dat dit laatste in het geval van de beperkingen van Traditionis Custodes zo is.
In antwoord op eerdere vragen schreef Roche eind 2021 in een officiële reactie al dat het zijn dicasterie toekomt om “het gezag van de Heilige Stoel uit te oefenen in zaken die binnen zijn bevoegdheid liggen”.
Concreet betekende dat volgens de toenmalige aartsbisschop dat zijn dicasterie bisschoppen toestemming moet geven voor dispensaties om in parochiekerken volgens de tridentijnse ritus te vieren.
Om dezelfde reden zouden bisschoppen ook Vaticaanse toestemming moeten vragen voordat zij nieuw gewijde priesters toestaan volgens die ritus te vieren.
In het nieuwe document bevestigt de paus dat “deze dispensaties op bijzondere wijze zijn voorbehouden aan de Heilige Stoel: het gebruik van een parochiekerk of de oprichting van een persoonlijke parochie voor de viering van de Eucharistie volgens het Romeins missaal van 1962; en toestemming geven aan priesters die na de publicatie van het motu proprio Traditionis Custodes om volgens het Romeins missaal van 1962 te vieren”.
“Het Dicasterie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten oefent het gezag van de Heilige Stoel in bovengenoemde zaken uit, waarbij het de inachtneming van de regelingen overziet.”
Wanneer een bisschop “dispensaties heeft verleend in de twee bovengenoemde zaken, is hij verplicht het Dicasterie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten te informeren, dat de individuele zaken zal beoordelen”.