Volgens een Vaticaanse diplomaat dreigt een rapport van de VN-Mensenrechtenraad over islamofobie “de internationale gemeenschap te polariseren”. Het uitlichten van slechts één groep is ook een vorm van discriminatie, stelde aartsbisschop Ivan Jurkovič.
Tijdens de 46e zitting van de Mensenrechtenraad in het Zwitserse Genève zei Jurkovič vorige week dat het rapport “verdeeldheid zaait” omdat het zich richt op één religieuze groep met uitsluiting van andere groepen.
In het rapport van de speciale VN-rapporteur voor vrijheid van religie of overtuiging staan aanbevelingen om de gevolgen van islamofobie aan te pakken, waaronder mediarichtlijnen voor berichtgeving over moslims en de islam en verzet tegen het “essentieel maken van narratieven over moslims en de islam” door de burgerlijke samenleven, “waaronder op geloof gebaseerde actoren”.
Aartsbisschop Jurkovič is permanent waarnemer van de Heilige Stoel bij de VN. Hij zei ontzet te zijn over de reikwijdte van het rapport. Het houdt volgens hem onvoldoende rekening met “de algehele context van vervolging van alle mensen van geloof (of zonder geloof)”.
Het Vaticaan veroordeelt “alle daden van religieuze haat, discriminatie en vervolging … ook tegen moslims”. Door de focus op één groep wordt een ‘wij’ versus ‘zij’ mentaliteit bevorderd, aldus de aartsbisschop.
Iedere wetgeving die slechts één groep selecteert op basis van (deels) religieuze criteria is volgens Jurkovič subtiel discriminerend, ook al zijn de bedoelingen goed.
Jurkovič wees op een resolutie van de Mensenrechtenraad uit 2007 over het mandaat van de speciale rapporteur. Hierin werd slechts één keer naar islamofobie verwezen, die toen naast antisemitisme en christofobie werd geplaatst.
“Uit deze context blijkt duidelijk dat de focus ligt op het elimineren van gevallen van onverdraagzaamheid en geweld tegen religieuze groeperingen als geheel, en dat individuele bestrijding van islamofobie, antisemitisme, christofobie of discriminatie van welke andere specifieke groep dan ook, niet wordt overwogen in het mandaat van de speciale rapporteur”, zei hij.
Het uitlichten van een specifieke groep, en daarmee het uitsluiten van andere groepen, vergroot de kans op polarisatie van de internationale gemeenschap en creëert verdere conflicten. Het brengt juist de rechten in gevaar die de Mensenrechtenraad dient te bevorderen en beschermen, aldus de aartsbisschop.
De VN-Mensenrechtenraad werd in 2006 opgericht om de grondrechten overal ter wereld te bevorderen. Ze is samengesteld uit 47 leden, die gekozen worden voor een termijn van drie jaar. Onder de huidige leden zijn ook China, Cuba, Libië en Rusland.