In Rome is onlangs een wonder erkend op voorspraak van de zalige Nederlandse pater Titus Brandsma. De mogelijke heiligverklaring van de karmeliet is daarmee weer een stapje dichterbij gekomen.
Op 25 mei 2021 erkende het Congres van Theologische Raadgevers het wonder, dat nodig is voor een heiligverklaring. Het gaat om de medisch onverklaarbare genezing van pater Michael Driscoll, o.carm. De internationale karmelieten-orde maakte dit nieuws bekend.
De erkenning volgt op het oordeel van artsen in november 2020 dat de genezing medisch niet verklaarbaar is, meldt het bisdom Groningen-Leeuwarden. Door de erkenning van het wonder kan de casus nu ter beoordeling worden voorgelegd aan de kardinalen en bisschoppen van de Congregatie voor de Heiligverklaringen. Als zij hun goedkeuring uitspreken, gaat het dossier naar de paus.
Michael Driscoll, een 76-jarige priester uit Florida, leed in 2004 aan een dodelijke vorm van kanker. Kort na de diagnose kreeg hij een klein stukje van Brandsma’s pij, dat hij iedere dag op zijn hoofd legde. Er werden 84 lymfeklieren en één speekselklier werden bij Driscoll verwijderd, waarop 35 dagen bestraling volgde. Zijn overlevingskansen na tien jaar werden op niet meer dan 10 tot 15 % geschat.
“Artsen hebben verklaard dat pater Driscolls kanker is verdwenen en kunnen de goede gezondheid van de priester in de afgelopen 12 jaar niet verklaren”, stelde het bisdom Palm Beach op 13 december vorig jaar.
De Friese karmeliet Titus Brandsma was hoogleraar in Nijmegen en onder andere adviseur van de katholieke kranten in Nederland. Hij verdedigde de vrijheid van het katholieke onderwijs en de katholieke pers. Vanwege zijn verzet tegen het weren van Joodse kinderen van katholieke scholen en tegen verplichte NSB-propaganda in de kranten, werd hij in 1942 gearresteerd.
Hij belandde in concentratiekamp Dachau, waar hij datzelfde jaar stierf nadat hem in de ziekenbarak een fatale injectie werd toegediend. Brandsma was daar opgenomen vanwege uitputting door het onmenselijke kampregime.
Paus Johannes Paulus II verklaarde hem in 1985 als martelaar zalig. Zijn liturgische gedachtenis valt op 27 juli.