De Italiaanse componist Palestrina (1525-1594) is een van de grootste componisten van de zestiende eeuw. Hij wordt algemeen als het muzikale boegbeeld van de Contrareformatie beschouwd. Dit jaar is het precies vijfhonderd jaar geleden dat hij werd geboren.
In 1545 riep paus Paulus III het Concilie van Trente bijeen. Hij deed dat na lang aarzelen – te lang aarzelen, wellicht.
Aanleiding was de gestaag oprukkende Hervorming. Overal in Noord-Europa waren hervormers opgestaan die protest aantekenden tegen de handel en wandel van de katholieke Kerk.
In veel gevallen was dit protest terecht. De katholieke kerkpraktijk was in de loop van de vijftiende en zestiende eeuw geëvolueerd tot een verdienmodel waarbij vele machten en krachten elkaar in evenwicht hielden. De stem van God was nog maar zachtjes te horen. Vooral de puissante rijkdom van de Kerk en de in theologisch opzicht ontwrichte aflatenhandel waren velen een gruwel.
Een andere aanleiding was dat in deze tijd de katholieke Kerk de band met de gewone gelovige uit het oog was verloren. De Hervorming wordt dan ook wel als een democratiseringsaanpassing gezien. Hervormers als Calvijn en Luther wilden het christelijk gemeenschapsleven stimuleren. In het Heilige Roomse Rijk vertaalde Luther bijvoorbeeld de Bijbel in het Duits. Prediking van de bijbelse boodschap maakte hij tot de hoeksteen van de liturgische bijeenkomsten.
Om de gewone gelovige intensiever bij het liturgische handelen te betrekken, introduceerde Luther koralen, eenvoudige liederen in het Duits die door de gehele gemeenschap gezongen konden worden. De van oorsprong Franse hervormer Johannes Calvijn was strenger: in zijn kerkdiensten verbood hij alle muzikale franje en stond hij alleen het zingen van eenstemmige psalmen toe.
Aanvankelijk werd in Rome gedacht dat de Hervorming een uit de hand gelopen heidebrandje was. Niet te veel aandacht aan besteden, dan dooft het brandje vanzelf uit. Zo simpel was het echter niet. Vooral in het Heilige Roomse Rijk was de hervorming inmiddels een uitslaande brand geworden. De katholieke wijngaarden waren op vele plaatsen onder de voet gelopen.
Het in 1545 bijeengeroepen Concilie had daarom geen gemakkelijke taak. De concilievaders moesten vele jaren van achterstallig onderhoud inhalen. Het Concilie stak ook de hand in eigen boezem en nam veel maatregelen om het schip van de Kerk weer vlot te trekken.
Het gaat te ver om deze alle te behandelen. Als we ons beperken tot de kerkelijke kunst, is het wellicht begrijpelijk dat vele stemmen opriepen tot een algeheel versoberingsprogramma. Alle kunst de kerk uit!
“De polyfonie van Palestrina klinkt verheven en welluidend, alsof de hemelpoort op een kiertje staat”
Sommige deelnemers wilden ook het gregoriaans en de Latijnse polyfone kerkmuziek afschaffen. Naar voorbeeld van Luther en Calvijn pleitten zij voor de invoering van eenvoudige eenstemmige gebruiksmuziek in de katholieke liturgie. De Latijnse teksten in combinatie met het ingewikkelde stemmenweefsel van de polyfonie zouden toch niet verstaanbaar zijn.
En toen kwam in Rome plotseling een kerkmusicus in de schijnwerpers te staan. De inmiddels aangetreden paus Marcellus II zou in 1555 hebben verlangd dat de katholieke kerkmuziek voor iedereen verstaanbaar was. Betekende dit het einde van de liturgische polyfonie?
Giovanni Pierluigi da Palestrina, die in deze periode kapelmeester was van de pauselijke basiliek van Sint-Jan van Lateranen, hoorde het met lede oren aan en componeerde toen in rap tempo de zesstemmige Missa Papae Marcelli. Met deze Mis zou Palestrina aan de paus hebben laten horen dat polyfonie en verstaanbaarheid van de tekst niet noodzakelijk met elkaar in tegenspraak hoeven te zijn.
Na het horen van de Mis kreeg de paus spijt van zijn radicale eis – de polyfonie mochten blijven! Dit is ongetwijfeld een legende. De chronologie van de gebeurtenissen maken het verhaal onwaarschijnlijk – te meer omdat het pausschap van Marcellus slechts 22 dagen duurde en Palestrina de Mis pas in 1567 publiceerde.
Toch was de muzikale stijl van de Missa Papae Marcelli de juiste compositie op het juiste moment. De polyfonie van Palestrina klinkt verheven en welluidend, alsof de hemelpoort op een kiertje staat. Alle stemmen zijn vocaal gedacht. De tekst is ondanks de zesstemmigheid (meestal) goed te volgen.
Zo werd deze Mis – en Palestrina’s muzikale stijl in zijn algemeenheid – door z’n grote schoonheid een schoolvoorbeeld voor de kerkmuziek van de Contrareformatie. Ook de kerkelijke kunst mocht overigens blijven en zou na 1600 zelfs tot een geheel nieuwe stijlperiode leiden: de barok.
Opmerkelijk is dat de muziek van Palestrina vele eeuwen de rol van ideale kerkmuziek heeft kunnen spelen. Nog in 1725 publiceert Johann Joseph Fux zijn Gradus ad Parnassum, een schoolboek voor de ideale katholieke kerkmuziek op basis van de muziek van Palestrina. In de negentiende eeuw schreven vele katholieke componisten kerkmuziek in een stijl verwant aan Palestrina. Zelfs de twintigste-eeuwse kerkmuziek van bijvoorbeeld Albert de Klerk en Hendrik Andriessen vertoont nog duidelijke verwantschap met het vocale klankideaal van Palestrina.
Lees- & luistertips |
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.